BNB 2019/106
Belastbaarheid lijfrentetermijn uit stamrecht waarover reeds is afgerekend. Revisierente geen sanctie in de zin van art. 6 EVRM
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1199, m.nt. M.J. Hoogeveen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Groeneveld, Beukers-van Dooren, Cools1.
- Zaaknummer
17/00697
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
M.J. Hoogeveen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS56555:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Fiscaal bestuursrecht / Rente
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1199, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:493, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:160, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑02‑2018
- Wetingang
Art. 3.100 lid 1 onderdeel b Wet IB 2001; Hoofdstuk 2 art. I onderdeel O en T Invoeringswet Wet IB 2001; art. 30i AWR
Essentie
Belastbaarheid lijfrentetermijn uit stamrecht waarover reeds is afgerekend. Revisierente geen sanctie in de zin van art. 6 EVRM
Samenvatting
Belanghebbende heeft op 1 januari 1998 zijn onderneming in een BV ingebracht. De BV heeft hem een direct ingaande lijfrente toegekend. In verband met de verkoop van de aandelen in de BV op 1 maart 2010 heeft de BV de lijfrenteverplichtingen overgedragen aan een BV waarvan belanghebbende enig aandeelhouder is. Deze heeft in 2010 aan belanghebbende een lijfrentetermijn uitgekeerd. Omdat de overnemende BV geen toegelaten verzekeraar is, heeft de Inspecteur op het moment van de overdracht de waarde in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.