Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot regeling van de samenwerking in de Eemsmonding (Eems-Dollardverdrag)
Artikel 32
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 69 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de toepasselijkheid van een wettelijke bepaling afhankelijk is van de vraag in welk gebied een vaartuig zich bevindt of door welk gebied zijn weg voert, dan geldt ten aanzien van de Eemsmonding — voor zover in dit Verdrag of in andere internationale verdragen waarbij beide Verdragsluitende Partijen partij zijn, niet iets anders is bepaald — het volgende:
Duitse vaartuigen worden beschouwd zich te bevinden binnen het gebied der Bondsrepubliek, Nederlandse vaartuigen worden beschouwd zich te bevinden binnen het gebied van het Koninkrijk der Nederlanden;
vaartuigen van een derde land worden beschouwd zich te bevinden binnen het gebied van de staat
- a)
waarin de eerste haven van bestemming is gelegen, indien zij van zee komen,
- b)
waarin de haven die zij het laatst hebben aangedaan is gelegen, indien zij naar zee varen,
- c)
waarin de haven van bestemming is gelegen, indien zij tussen een haven aan de Eemsmonding en een andere haven aan of bovenstrooms van de Eemsmonding varen.
2.
De in lid 1 vervatte regeling geldt ook voor de zich aan boord bevindende personen en zaken.