NJB 2022/10
Rechtspositie van de man die stelt verwekker van een kind te zijn. Omgang. Informatieverstrekking. DNA-test. Belang van het kind. Privéleven en beoogd familieleven van de man. Belangenafweging. Hoge Raad: Beantwoording van de vraag of, indien de man de verwekker is, omgang of informatieverstrekking in het belang van het kind is, vergt een belangenafweging aan de hand van de bijzonderheden van het concrete geval. Indien omgang en informatieverstrekking niet in het belang van het kind wordt geoordeeld, is de vordering tot medewerking aan een DNA-test evenmin toewijsbaar.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 december 2021
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink;
- Zaaknummer
21/01606
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1851, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:919, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2021
- Wetingang
(art. 8 EVRM; art. 1:199 aanhef en onder a, art. 1:207, 1:377a lid 1 BW; art. 194 Rv)
Essentie
Rechtspositie van de man die stelt verwekker van een kind te zijn. Omgang. Informatieverstrekking. DNA-test. Belang van het kind. Privéleven en beoogd familieleven van de man. Belangenafweging. Hoge Raad: Beantwoording van de vraag of, indien de man de verwekker is, omgang of informatieverstrekking in het belang van het kind is, vergt een belangenafweging aan de hand van de bijzonderheden van het concrete geval. Indien omgang en informatieverstrekking niet in het belang van het kind wordt geoordeeld, is de vordering tot medewerking aan een DNA-test evenmin toewijsbaar.
Partij(en)
De man, adv. mr. J.C. Zevenberg, vs. de moeder en haar ...