Einde inhoudsopgave
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
Artikel 17 [Afdrachtvermindering zeevaart]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
18-12-2013, Stb. 2013, 565 (uitgifte: 23-12-2013, kamerstukken: 33752)
16-10-2013, Stb. 2013, 413 (uitgifte: 25-10-2013, kamerstukken: 33637)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2013, Stb. 2013, 565 (uitgifte: 23-12-2013, kamerstukken: 33752)
16-10-2013, Stb. 2013, 413 (uitgifte: 25-10-2013, kamerstukken: 33637)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Afdrachtvermindering loonbelasting en premie volksverzekeringen
Loonbelasting (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
Premieheffing (V)
1.
De afdrachtvermindering zeevaart is van toepassing met betrekking tot zeevarenden. De afdrachtvermindering beloopt een bedrag ter grootte van het in het tweede lid genoemde percentage van het loon van de zeevarenden in het loontijdvak. Bij zeevarenden op schepen bestemd voor baggerwerkzaamheden, onderscheidenlijk schepen bestemd voor sleep- en hulpverleningswerkzaamheden wordt als loon niet in aanmerking genomen het gedeelte van het loon dat toerekenbaar is aan andere werkzaamheden dan vervoer van opgebaggerd materiaal over zee, onderscheidenlijk andere werkzaamheden dan sleep- en hulpverleningswerkzaamheden op zee.
2.
Het in het eerste lid bedoelde percentage bedraagt:
- a.
met betrekking tot de in Nederland, een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte wonende zeevarende: 40 percent;
- b.
met betrekking tot de niet in Nederland, een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Europese Economische Ruimte wonende zeevarende die aan de loonbelasting is onderworpen of premieplichtig is voor de volksverzekeringen: 10 percent.
3.
De in het tweede lid vermelde percentages kunnen bij ministeriële regeling met ingang van een kalenderkwartaal worden vervangen door andere.
4.
Uiterlijk binnen drie maanden na het tijdstip waarop de krachtens het derde lid vastgestelde ministeriële regeling in werking treedt, wordt een voorstel van wet tot goedkeuring van die regeling aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden. Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal besluit tot het niet aannemen van het voorstel, worden bij ministeriële regeling de krachtens het derde lid vervangen percentages met ingang van het eerstvolgende kalenderkwartaal vervangen door de percentages zoals die golden onmiddellijk vóór het in de eerste volzin bedoelde tijdstip.