Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
2.2 Vermogende vreemdeling (buitenlandse investeerder)
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2024
- Bronpublicatie:
24-04-2024, Stcrt. 2024, 13488 (uitgifte: 26-04-2024, regelingnummer: WBV 2024/10)
- Inwerkingtreding
27-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2024, Stcrt. 2024, 13488 (uitgifte: 26-04-2024, regelingnummer: WBV 2024/10)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Het beleid voor een vreemdeling om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als vermogende vreemdeling is per 17 april 2024 beëindigd. Nieuwe verblijfsaanvragen voor dit verblijfsdoel worden daarom afgewezen. Aanvragen die zijn ingediend voor 17 april 2024 worden nog behandeld conform onderstaande beleidsregels. Verlengingsaanvragen van bestaande verblijfsvergunningen als vermogende vreemdeling blijven ook na 17 april 2024 mogelijk. Voor verlengingsaanvragen wordt verwezen naar de paragrafen B11/5.1 en B11/6.1 Vc.
In aanvulling op artikel 3.29a, tweede lid, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning aan de vreemdeling als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
- 1.
de vreemdeling investeert een bedrag van minimaal € 1.250.000 in een in Nederland gevestigd(e):
- a.
innovatieve onderneming;
- b.
contractueel samenwerkingsverband dat investeert in één of meerdere innovatieve onderneming(en);
- c.
fonds dat volgens het Ministerie van Economische Zaken past binnen de SEED regeling; of
- 2.
het te investeren bedrag is gestort op een bankrekening van een Nederlandse bank of een bank van een EU-lidstaat met een vestiging in Nederland die onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank;
- 3.
de investering heeft volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie;
- 4.
de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU) heeft aangegeven dat de vreemdeling niet gekoppeld kan worden aan een verdachte transactie en
- 5.
niet is gebleken dat de vreemdeling investeert in onroerend goed voor bewoning.
Ad 1 en 3
De RVO adviseert de IND of de investering in een innovatieve onderneming (voorwaarde 1 sub a) of de investering in een contractueel samenwerkingsverband (voorwaarde 1 sub b) een toegevoegde waarde heeft voor de Nederlandse economie.
- 1.
Een investering door de vermogende vreemdeling (buitenlandse investeerder) in een (innovatieve) onderneming.
De toets door RVO bestaat uit de volgende onderdelen:
- A.
Primaire toets Vereist: J J J, anders volgt negatief advies
Algemene criteria voor de investering in een onderneming
De onderneming is ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel.
J/N
Aard investering(sovereenkomst) is positief voor de Nederlandse economie.
J/N
De continuïteit van de onderneming na de investering is aangetoond.
J/N
- B.
Secundaire toets Vereist: minimaal twee keer J anders volgt negatief advies
Criteria voor de effecten van de investering
Arbeidscreatie
minimaal 10 fte (exclusief aanvrager) binnen 5 jaar, waarvan 60% binnen 3 jaar
J/N
Innovativiteit:
Er is sprake van innovativiteit bij aanwezigheid van minstens één van onderstaande drie aspecten
1. Het product of de dienst is nieuw voor Nederland. 2. Er is sprake van nieuwe technologie bij productie, distributie, marketing. 3. Er is sprake van een innovatieve organisatorische opzet en werkwijze. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld (niet uitputtend opgesomd):
– Activiteiten die in het kader van het Topsectorenbeleid worden gestimuleerd.
– Zelf ontwikkelde nieuwe producten of diensten.
– Originele aanpak energiebesparing.
– Originele aanpak duurzaamheidsproblematiek.
– Slimme en creatieve aanpassingen of combinaties ten behoeve van sectoroverschrijdende toepassingen.
– Nieuwe product-marktcombinaties.
– Creatieve of vernieuwende marktbenadering.
– Sociale innovatie.
– Introductie maatschappelijk verantwoord ondernemen.
J/N
Niet-financiële inbreng van de vreemdeling in de onderneming
Er is sprake van toegevoegde waarde als de investeerder aan één of meer van onderstaande aspecten voldoet:
– Actief oprichter/eigenaar met voor de onderneming relevante opleiding op masterniveau of hoger (diploma vereist en IDW erkende opleiding)
– Actief oprichter/eigenaar en tenminste vijf jaar (aantoonbare) uitgebreide ondernemerschapservaring
– Actief oprichter/eigenaar en tenminste vijf jaar (aantoonbare) relevante werkervaring op senior niveau
– Actief oprichter/eigenaar die tenminste vijf (aantoonbare) opdrachtgevers inbrengt handelspartners of
J/N
De beoogde investering heeft toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie als alle delen van onderdeel A positief worden beoordeeld en ten minste twee van onderdeel B positief worden beoordeeld.
- 2.
Een investering in een contractueel samenwerkingsverband dat investeert in één of meerdere innovatieve ondernemingen.
De toets door RVO bestaat uit de volgende onderdelen:
- •
Een check of het contractueel samenwerkingsverband staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
- •
Het beoordelen van het contractueel samenwerkingsband en de ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd. Daarbij wordt getoetst volgens het bovenstaand toetsingskader voor investering in een onderneming.
- •
Er wordt beoordeeld naar rato van de inbreng van de vermogende vreemdeling (buitenlandse investeerder).
- 3.
De investering in een fonds dat volgens het Ministerie van Economische Zaken past binnen de SEED regeling heeft toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie.
Ad 4
De IND vraagt -ten behoeve van de FIU-toets- de vreemdeling om toestemming om onderzoek te laten verrichten in het buitenland of dat het vermogen waaruit geïnvesteerd wordt een mogelijk criminele herkomst heeft.
De IND wijst de aanvraag om een verblijfsvergunning af als de vreemdeling geen toestemming geeft.
De IND verzoekt de te toetsen of ten aanzien van de vreemdeling verdacht verklaarde transacties bekend zijn.
De IND verstrekt daartoe de volgende gegevens aan de FIU:
- •
persoonsgegevens van de vreemdeling; en
- •
gegevens omtrent het te investeren vermogen.
De IND verleent de verblijfsvergunning niet of trekt deze in als de FIU meldt dat gebleken is dat de vreemdeling betrokken is bij één, of meerdere, als verdacht verklaarde transactie(s). Als de FIU meldt dat geen informatie uit het land van herkomst of het land van bestendig verblijf kan worden verkregen met betrekking tot het vermogen van de vreemdeling, wordt de verblijfsvergunning evenmin verleend.
Ad 5
De IND verleent de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet of trekt deze in als de vreemdeling investeert in onroerend goed voor bewoning.
Middelen van bestaan
Als de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking: ‘vermogende vreemdeling’ neemt de IND aan dat de vreemdeling zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.