Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Lijfrenten
7.1.2 Geen toepassing hardheidsclausule voor te laat betaalde premie of inleg
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-05-2019
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Inwerkingtreding
01-06-2019, terugwerkend tot: 16-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Ik wijs verzoeken af om met toepassing van artikel 63 AWR (hardheidsclausule) premie of inleg op een lijfrenterekening of een lijfrentebeleggingsrecht die is betaald na het einde van de termijnen genoemd in artikel 3.130 Wet IB 2001 alsnog aan te merken als premies die zijn betaald binnen die termijn. Doordat de berekening van de jaarruimte is gebaseerd op de relevante gegevens van het voorafgaande kalenderjaar (artikel 3.127, derde lid, Wet IB 2001), is er voldoende tijd voor de bepaling van de hoogte van een eventueel pensioentekort. Daarnaast brengt de regeling van de reserveringsruimte mee dat de in een kalenderjaar niet gebruikte jaarruimte (deels) alsnog in aanmerking kan worden genomen in het jaar van betaling (artikel 3.127, tweede lid, Wet IB 2001).