Einde inhoudsopgave
Richtlijn 1999/94/EG betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2008
- Bronpublicatie:
22-10-2008, PbEU 2008, L 311 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 1137/2008)
- Inwerkingtreding
11-12-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2008, PbEU 2008, L 311 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 1137/2008)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 175, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),
- (1)
Overwegende dat artikel 174 van het Verdrag een behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen voorschrijft; dat het rationeel gebruik van energie een van de voornaamste middelen is waarmee deze doelstelling kan worden verwezenlijkt en de milieuverontreiniging kan worden verminderd;
- (2)
Overwegende dat het de uiteindelijke doelstelling van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering is de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer op een niveau te stabiliseren waarbij gevaarlijke, door de mens teweeggebrachte effecten op het klimaatsysteem worden voorkomen;
- (3)
Overwegende dat de Gemeenschap krachtens het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, dat overeengekomen is tijdens de in december 1997 te Kyoto gehouden conferentie, akkoord is gegaan met een vermindering van de uitstoot van een aantal broeikasgassen met 8 % ten opzichte van de niveaus van 1990 gedurende het tijdvak 2008–2012;
- (4)
Overwegende dat de Commissie erkent dat personenauto's een belangrijke bron van CO2-uitstoot vormen, en daarom een communautaire strategie ter vermindering van de CO2-uitstoot van personenauto's en ter verbetering van het brandstofrendement heeft voorgesteld; dat de door de Commissie voorgestelde aanpak door de Raad in zijn conclusies van 25 juni 1996 is onderschreven;
- (5)
Overwegende dat informatie van essentieel belang is voor het functioneren van de marktmechanismen; dat met de verschaffing van nauwkeurige, relevante en vergelijkbare informatie over het specifieke brandstofverbruik en de uitstoot van CO2 van personenauto's de keuze van de consument kan worden beïnvloed ten gunste van auto's die minder brandstof verbruiken en aldus minder CO2 in de atmosfeer brengen en dat de autofabrikanten er aldus toe kunnen worden bewogen het nodige te doen om het brandstofverbruik van hun producten te verminderen;
- (6)
Overwegende dat de aanwezigheid van etiketten op gebruikte auto's in het verkooppunt kopers van nieuwe personenauto's kan beïnvloeden ten gunste van weinig brandstof verbruikende auto's, omdat met deze factor rekening zal worden gehouden wanneer de auto wordt doorverkocht; dat daarom bij de eerste herziening van deze richtlijn moet worden overwogen de werkingssfeer uit te breiden tot gebruikte auto's die vallen onder Richtlijn 93/116/EG van de Commissie van 17 december 1993 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 80/1268/EEG van de Raad inzake het brandstofverbruik van motorvoertuigen (4);
- (7)
Overwegende dat het derhalve nodig is een brandstofverbruiksetiket te ontwikkelen voor alle in een verkooppunt uitgestalde personenauto's;
- (8)
Overwegende dat een brandstofverbruiksetiket gegevens dient te bevatten over het brandstofverbruik en de specifieke CO2-uitstoot die zijn bepaald in overeenstemming met de geharmoniseerde normen en methoden, vastgelegd in Richtlijn 80/1268/EEG van de Raad van 16 december 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het brandstofverbruik van motorvoertuigen (5);
- (9)
Overwegende dat het nodig is dat zowel in het verkooppunt als door een hiertoe aangewezen instantie elke lidstaat in een hiertoe geschikte vorm aanvullende genormaliseerde informatie over het brandstofverbruik en de specifieke CO2-uitstoot van alle versies op de markt voor nieuwe personenauto's wordt verschaft; dat dergelijke informatie van nut kan zijn voor de consument die, alvorens de toonzaal binnen te gaan, zijn aankoopbeslissing reeds heeft geformuleerd of die zonder tussenkomst van een dealer of zonder bezoek aan een toonzaal tot aankoop van een personenauto wenst over te gaan;
- (10)
Overwegende dat het belangrijk is dat potentiële autokopers in het verkooppunt bewust worden gemaakt van de meest brandstofefficiënte modellen van personenauto's die in dat verkooppunt beschikbaar zijn;
- (11)
Overwegende dat alle door fabrikanten en dealers aangemaakte en bij de verhandeling van nieuwe personenauto's gebruikte reclameteksten en in voorkomend geval, al het andere reclamemateriaal gegevens over het relevante brandstofverbruik en de CO2-uitstoot voor de betreffende modellen van personenauto's zou moeten bevatten,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 305 van 3.10.1998, blz. 2, en PB C 83 van 25.3.1999, blz. 1.
PB C 40 van 15.2.1999, blz. 45.
Advies van het Europees Parlement van 17 december 1998 (PB C 98 van 9.4.1999, blz. 252). Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 23 februari 1999 (PB C 123 van 4.5.1999, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 4 november 1999 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
PB L 329 van 30.12.1993, blz. 39.
PB L 375 van 31.12.1980, blz. 36. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/116/EG van de Commissie.