Einde inhoudsopgave
Richtlijn 1999/94/EG betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2008
- Bronpublicatie:
22-10-2008, PbEU 2008, L 311 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 1137/2008)
- Inwerkingtreding
11-12-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2008, PbEU 2008, L 311 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 1137/2008)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Maatregelen die nodig zijn om de bijlagen bij deze richtlijn aan te passen, en die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, worden door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing na raadpleging van consumentenorganisaties en andere belanghebbenden.
Teneinde dit proces te vergemakkelijken, legt iedere lidstaat de Commissie voor 31 december 2003 een verslag over de doeltreffendheid van de bepalingen van deze richtlijn voor, dat de periode vanaf 18 januari 2001 tot en met 31 december 2002 beslaat. De vorm van dit verslag wordt, uiterlijk op 18 januari 2001 vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 10, lid 2.
2.
Naast de in lid 1 bedoelde maatregelen neemt de Commissie maatregelen die gericht zijn op:
- a)
nadere specificering van het vormvoorschrift van het in artikel 3 bedoelde etiket door wijziging van bijlage I;
- b)
nadere specificering van de vereisten inzake de in artikel 4 bedoelde gids, met het oog op de indeling van de nieuwe automodellen, zodat de modellen binnen aldus tot stand gekomen categorieën kunnen worden gerangschikt naar CO2-uitstoot en brandstofverbruik, met inbegrip van een categorie voor de rangschikking van de meest brandstofefficiënte nieuwe automodellen;
- c)
het opstellen van aanbevelingen om de beginselen van de bepalingen inzake reclamemateriaal als bedoeld in artikel 6, lid 1, toe te kunnen passen op andere media en materiaal.
De onder punt a) van de eerste alinea vermelde maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
De onder b) en c) van de eerste alinea vermelde maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure.