RvdW 2011/1264
Schriftelijke slachtofferverklaring als bewijsmiddel.
HR 11-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2359
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
11/00726
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BR2359
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BR2359, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BR2359, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2011
- Wetingang
Essentie
Noch de ter zitting afgelegde mondelinge slachtofferverklaring, noch een aan de rechter overgelegd afschrift daarvan, kan voor het bewijs worden gebruikt. Een schriftelijke slachtofferverklaring die buiten het kader van art. 302 (oud) Sv in een schriftelijk bescheid is vastgelegd, kan wel voor het bewijs gebruikt worden als overig geschrift.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 5 juli 2010, nummer 20/004788-08, in de strafzaak tegen: K. Adv. mr. J.S. Nan, te Dordrecht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Jörg:
1.
Het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch heeft bij arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.