Hof Amsterdam, 16-11-2022, nr. 200.317.950/01 OK

Documentgegevens:

Hof Amsterdam 16-11-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3236

Instantie: Hof Amsterdam
Datum: 16 november 2022
Zaaknummer: 200.317.950/01 OK
Vakgebied(en): Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:GHAMS:2023:1519, Uitspraak, Hof Amsterdam, 14‑06‑2023
ECLI:NL:GHAMS:2022:3236, Uitspraak, Hof Amsterdam, 16‑11‑2022
Wetingang: Art. 2:292a, 2:344 aanhef en onder b, 2:345 lid 1, 2:349a lid 2, 2:350 lid 1, 3 en 4 BW

Essentie

Ontvankelijkheid; gegronde redenen; onderzoek bevolen; onmiddellijke voorzieningen getroffen.

Uitspraak

Verzoekster onder 1 kan, ofschoon zij geen eigen onderneming in stand houdt, in haar enquêteverzoek worden ontvangen. Als stichting houdt zij immers een onderneming in stand waarvoor ingevolge de wet een ondernemingsraad moet worden (en ook is) ingesteld. Uit het samenstel van de statutaire bepalingen van verzoekster onder 1 en verweerster onder 2 volgt dat beide stichtingen thans economisch en organisatorisch nauw met elkaar zijn verbonden en in wezen deel uitmaken van één samenhangende structuur, onder feitelijk toezicht van één raad van toezicht. Verzoekster onder 1 vormt op dit moment ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.