Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 421 Uitstromen op retaildeposito's
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Inwerkingtreding
28-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De instellingen rapporteren afzonderlijk het bedrag van de retaildeposito's die gedekt zijn door een depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG of door een gelijkwaardig depositogarantiestelsel in een derde land, en vermenigvuldigen het met ten minste 5 % indien het deposito ofwel:
- a)
deel uitmaakt van een vaste relatie waarbij opvraging zeer onwaarschijnlijk is;
- b)
wordt aangehouden op een betaalrekening, met inbegrip van rekeningen waarop regelmatig lonen worden gecrediteerd.
2.
De instellingen vermenigvuldigen andere, niet in lid 1 bedoelde retaildeposito's met ten minste 10 %.
3.
Rekening houdend met het gedrag van lokale inleggers, als gemeld door de nationale bevoegde autoriteiten, vaardigt de EBA uiterlijk op 1 januari 2014 richtsnoeren uit betreffende de criteria ter bepaling van de voorwaarden voor de toepassing van de leden 1 en 2 met betrekking tot de identificatie van retaildeposito's waarvoor de uitstromen anders zijn, en betreffende de definities van die producten in het kader van deze titel. In die richtsnoeren wordt rekening gehouden met de waarschijnlijkheid van liquiditeitsuitstromen gedurende de volgende 30 dagen ingevolge deze deposito's. Bij de beoordeling van deze uitstromen wordt uitgegaan van een gecombineerd individueel en marktbreed stressscenario.
4.
Onverminderd de leden 1 en 2 vermenigvuldigen de instellingen de retaildeposito's die zij in derde landen in ontvangst hebben genomen, met een hoger percentage dan de in die leden vermelde percentages indien vergelijkbare rapportagevereisten van een derde land dat percentage vereisen.
5.
De instellingen kunnen bepaalde welomschreven categorieën van retaildeposito's uitsluiten van de berekening van de uitstromen voor zover de instelling steevast nauwgezet het volgende toepast voor de volledige categorie van die deposito's, behoudens in individueel gerechtvaardigde gevallen van tegenspoed voor de inlegger:
- a)
de inlegger mag het deposito niet binnen 30 dagen opvragen; of
- b)
voor voortijdige opvragingen binnen 30 dagen moet de inlegger een boete betalen die het renteverlies tussen de datum van opvraging en de contractuele looptijd omvat, vermeerderd met een substantiële boete die niet hoger hoeft te zijn dan de rente die is verschuldigd voor de tijd verstreken tussen de datum van inleg en de datum van opvraging.