Prg. 2014/280
De advocaat beslist zelf of hij zich beroept op zijn verschoningsrecht, ook indien hij enkel zelf als partijgetuige belang heeft zijn mond te houden en de betreffende cliënten failliet zijn.
Rb. Amsterdam 15-10-2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:6608 (Dingemans e.a./Banning e.a.)
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
15 oktober 2014
- Magistraten
Mr. R.A. Dudok van Heel
- Zaaknummer
C/13/480127 / HA ZA 11-196
- LJN
BR5020
- Roepnaam
Dingemans e.a./Banning e.a.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2016:1585, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 23‑03‑2016
ECLI:NL:RBAMS:2014:6608, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 15‑10‑2014
ECLI:NL:RBAMS:2011:BR5020, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 27‑07‑2011
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Dient beroep op verschoningsrecht door advocaat als partijgetuige te worden gehonoreerd, zelfs indien zijn inmiddels failliete cliënten hem uit geheimhoudingsplicht hebben ontslagen?
Ja. Advocaat komt in beginsel ook verschoningsrecht toe indien hij daar enkel zelf belang bij heeft.
Samenvatting
Een advocaat is als partijgetuige opgeroepen in een faillissementsprocedure, maar hij beroept zich ten aanzien van vrijwel de gehele vragenlijst van de curatoren op zijn verschoningsrecht. Volgens de advocaat betreffen de vragen feiten die hem zijn toevertrouwd in zijn hoedanigheid van advocaat. Volgens de curatoren dient het verschoningsrecht wegens zeer uitzonderlijke omstandigheden te wijken voor de waarheidsvinding. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.