Einde inhoudsopgave
Wet medezeggenschap op scholen
Artikel 22 Inhoud medezeggenschapsstatuut
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
30-11-2006, Stb. 2006, 658 (uitgifte: 19-12-2006, kamerstukken: 30414)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2006, Stb. 2006, 689 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Medezeggenschap
In het medezeggenschapsstatuut wordt in ieder geval geregeld:
- a.
de wijze waarop gebruik is gemaakt van artikel 20 en de bevoegdheden van de themaraden;
- b.
de samenstelling van de medezeggenschapsraad, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de raden, bedoeld in artikel 20;
- c.
de wijze waarop en de termijnen waarbinnen aan de medezeggenschapsraad, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, de geledingen dan wel de raden, bedoeld in artikel 20, informatie beschikbaar wordt gesteld, die noodzakelijk is voor het uitoefenen van de medezeggenschap;
- d.
de wijze waarop de medezeggenschapsraad, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, de geledingen dan wel de raden, bedoeld in artikel 20, elkaar en de geledingen waaruit zij zijn gekozen informatie verstrekken over hun activiteiten;
- e.
de wijze waarop met inachtneming van artikel 28 invulling wordt gegeven aan de beschikbaarstelling van faciliteiten aan ouders, leerlingen en personeel, die deelnemen in de medezeggenschapsraad, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, de geledingen dan wel de raden, bedoeld in artikel 20;
- f.
indien besprekingen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, namens het bevoegd gezag worden gevoerd, in welke gevallen en door wie dat geschiedt en in welke gevallen die persoon op zijn verzoek van die taak wordt ontheven.