Einde inhoudsopgave
Telecommunicatiewet
Artikel 11.9 [Nummeridentificatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
03-02-2016, Stb. 2016, 55 (uitgifte: 16-02-2016, kamerstukken: 34271)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-06-2016, Stb. 2016, 218 (uitgifte: 14-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
De aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk en de aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst die door middel van dat netwerk of als onderdeel van die dienst nummeridentificatie aanbiedt, biedt:
- a.
aan iedere oproepende gebruiker onderscheidenlijk abonnee mogelijkheden aan om kosteloos de verstrekking van het nummer van het oproepende netwerkaansluitpunt dan wel een nummer waarmee een individuele gebruiker kan worden geïdentificeerd te blokkeren onderscheidenlijk de verstrekking van nummers van oproepende netwerkaansluitpunten dan wel nummers waarmee individuele gebruikers kunnen worden geïdentificeerd voor elke afzonderlijke abonneelijn te blokkeren;
- b.
aan iedere opgeroepen abonnee mogelijkheden aan om:
- 1°
de verstrekking van het nummer van het oproepende netwerkaansluitpunt dan wel een nummer waarmee een individuele gebruiker kan worden geïdentificeerd te verhinderen;
- 2°
oproepen waarbij de verstrekking van het nummer van het oproepende netwerkaansluitpunt dan wel een nummer waarmee een individuele gebruiker kan worden geïdentificeerd is geblokkeerd, te weigeren;
- 3°
indien nummeridentificatie als bedoeld in artikel 1.1, wordt aangeboden, kosteloos de verstrekking van het nummer van het opgeroepen netwerkaansluitpunt dan wel een nummer waarmee een individuele gebruiker kan worden geïdentificeerd aan het oproepende netwerkaansluitpunt te blokkeren.
2.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot:
- a.
mogelijkheden tot blokkering en weigering;
- b.
de voorwaarden waaronder de abonnee de identificatie van het nummer van oproepende netwerkaansluitpunten dan wel een nummer waarmee een individuele gebruiker kan worden geïdentificeerd kan doen verhinderen;
- c.
de wijze waarop uitvoering aan nummeridentificatie in het internationale elektronische communicatieverkeer kan worden gegeven, en
- d.
de wijze waarop de aanbieders, gebruikers en abonnees voorlichten over het gebruik van nummeridentificatie.