RAV 2022/90
Beleggingsverzekeringen. Was er voldoende contractuele basis voor het in rekening brengen van ‘eerste kosten’ voor polissen van beleggingsverzekeringen?
Rb. Rotterdam 20-07-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:6001
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
20 juli 2022
- Magistraten
Mrs. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, J.C.A.T. Frima, Th. Veling
- Zaaknummer
C/10/524205 / HA ZA 17-331
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS676925:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verzekeringsrecht / Sommenverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2022:6001, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 20‑07‑2022
ECLI:NL:RBROT:2020:3740, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 22‑04‑2020
ECLI:NL:RBROT:2018:9219, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 18‑07‑2018
ECLI:NL:RBROT:2017:9684, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 29‑11‑2017
- Wetingang
Art. 6:248 lid 1 BW; art. 3:305a, art. 6:194 (oud) BW
Essentie
Beleggingsverzekeringen. Eerste kosten. Wilsovereenstemming. Informatieverschaffing. Zorgplicht.
Heeft NN aan haar informatieverplichting voldaan zodat er wilsovereenstemming bestond tussen verzekeringnemers en NN op het punt van de eerste kosten die verwerkt zaten in de verschillende beleggingsproducten in de periode 1990 tot en met 2004?
Samenvatting
NN heeft onder diverse namen in de periode 1990-2004 op grote schaal beleggingsverzekeringen op universal life basis verkocht aan consumenten. Dit zijn levensverzekeringen die tot uitkering komen bij overlijden of bij in leven zijn op een bepaalde datum van de verzekerde. Het uit te keren vermogen wordt opgebouwd door belegging van de betaalde premies door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.