NJB 2017/320
Reisdocument, identiteitsbewijs als bedoeld in art. 1 Wet op de identificatieplicht of ander identiteitsbewijs dat afgegeven is door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang in de zin van art. 231 Sr: als zodanig kan ook een Sloveens rijbewijs worden aangemerkt
HR 24-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:64
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 januari 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.F. Faase, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/00174
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:64, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1407, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑02‑2016
- Wetingang
(art. 231 Sr)
Essentie
Reisdocument, identiteitsbewijs als bedoeld in art. 1 Wet op de identificatieplicht of ander identiteitsbewijs dat afgegeven is door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang in de zin van art. 231 Sr: als zodanig kan ook een Sloveens rijbewijs worden aangemerkt
Uitspraak
Inleiding OM-middel:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – (feit 2) ‘in het bezit was van een rijbewijs, te weten een Sloveens rijbewijs op naam van [betrokkene 1], geboren op [geboortedatum] 1977 (Slovenië) waarvan hij wist dat het rijbewijs vervalst was, bestaande die valsheid of vervalsing hieruit dat het rijbewijs qua detaillering, productie- en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.