NJ 2012/287
Onteigening. Cassatie tegen vonnis waarbij onteigening bij vervroeging is uitgesproken; ontvankelijkheid; overschrijding termijn als bedoeld in art. 54l Ow; rechtsgevolg.
HR 20-05-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4803, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 mei 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
10/04523
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
BP4803
- JCDI
JCDI:ADS161456:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP4803, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP4803, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑10‑2010
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Cassatie tegen vonnis waarbij onteigening bij vervroeging is uitgesproken; ontvankelijkheid; overschrijding termijn als bedoeld in art. 54l Ow; rechtsgevolg.
Het vonnis waarbij de rechtbank op vordering van de gemeente en bij vervroeging de onteigening uitsprak met bepaling van een voorschot op de schadeloosstelling, is een vonnis als bedoeld in art. 54i Ow. Daaraan doet niet af dat in het dictum van het vonnis niet vermeld is dat de onteigening bij vervroeging wordt uitgesproken.
Nu de bij art. 54l Ow bepaalde termijn van twee weken in dit geval op 8 september ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.