Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 3.48j (aanwijzing activiteiten)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
26-04-2022, Stb. 2022, 172 (uitgifte: 05-05-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
27-11-2020, Stb. 2021, 98 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Als milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 2.1 wordt aangewezen het anders dan in een oppervlaktewaterlichaam opslaan van grond of baggerspecie.
2.
Als milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 2.1 wordt aangewezen het in een oppervlaktewaterlichaam opslaan van grond of baggerspecie, voor zover het gaat om het opslaan van:
- a.
grond van de kwaliteitsklasse matig verontreinigd of sterk verontreinigd, bedoeld in artikel 25d van het Besluit bodemkwaliteit;
- b.
baggerspecie van de kwaliteitsklasse sterk verontreinigd, bedoeld in artikel 25d van het Besluit bodemkwaliteit; of
- c.
grond of baggerspecie, die niet beschikt over een milieuverklaring bodemkwaliteit, tenzij:
- 1°
de locatie van herkomst bekend is; en
- 2°
de bodemkwaliteit van de locatie van herkomst voldoet aan de kwaliteitsklasse industrie voor landbodem of de kwaliteitsklasse matig verontreinigd voor waterbodem, bedoeld in artikel 25d van het Besluit bodemkwaliteit.
3.
Als lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in artikel 2.1 wordt aangewezen het in een oppervlaktewaterlichaam opslaan van grond of baggerspecie.
4.
De aanwijzing, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, omvat ook:
- a.
het zeven en samenvoegen van grond bij het opslaan; en
- b.
het zeven, mechanisch ontwateren en samenvoegen van baggerspecie bij het opslaan.
5.
Onder de aanwijzing, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, vallen niet:
- a.
het opslaan van grond op de locatie van het graven; en
- b.
het opslaan van baggerspecie op de locatie van het baggeren.