V-N 2019/32.20
Bezwaar niet-ontvankelijk ondanks onjuiste wetsuitleg door hof
HR 28-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:1048, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 2019
- Magistraten
Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
18/04507
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS59429:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1048, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het bestuursorgaan de indiener van een bezwaarschrift schriftelijk moet waarschuwen dat bij het niet voldoen aan de fatale termijn voor het herstel van een verzuim het bezwaar niet-ontvankelijk kan worden verklaard. De onjuiste interpretatie door het hof van art. 6:6 Awb heeft niet geleid tot vernietiging van de rb-uitspraak.
Samenvatting
De heer X maakt pro forma bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de Gemeente Hellendoorn en vraagt om een termijn voor de motivering en om toezending van de stukken. In juli 2016 stuurt de gemeente de stukken naar X. Bijna een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.