Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1131 inzake geldmarktfondsen
Artikel 28 Stresstests
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1131)
- Inwerkingtreding
20-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 169 (uitgifte: 30-06-2017, regelingnummer: 2017/1131)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Elk MMF heeft voorzien in gedegen stresstestprocedures waarmee mogelijke gebeurtenissen of toekomstige veranderingen in de economische context met mogelijke ongunstige gevolgen voor het MMF worden opgespoord. Het MMF of de beheerder van een MMF beoordeelt de mogelijke gevolgen die deze gebeurtenissen of veranderingen zouden kunnen hebben voor het MMF. Het MMF of de beheerder van een MMF verricht regelmatig stresstests voor verschillende mogelijke scenario's.
De stresstests worden gebaseerd op objectieve criteria en onderzoeken de effecten van ernstige aanneembare scenario's. De stresstestscenario's houden ten minste rekening met referentieparameters die de volgende factoren omvatten:
- a)
hypothetische veranderingen in het liquiditeitsniveau van de activa in de portefeuille van het MMF;
- b)
hypothetische veranderingen in het kredietrisiconiveau van de activa in de portefeuille van het MMF, met inbegrip van krediet- en ratinggebeurtenissen;
- c)
hypothetische bewegingen van de rentevoeten en wisselkoersen;
- d)
hypothetische terugbetalingsniveaus;
- e)
hypothetische vergroting of verkleining van de verschillen tussen indexen waarmee de rentevoeten van effecten in portefeuille samenhangen;
- f)
hypothetische macrosysteemschokken met gevolgen voor de gehele economie.
2.
Daarnaast wordt in het geval van overheidsschuld-CNAV MMF's en LVNAV MMF's in stresstests voor verschillende scenario's geraamd welk verschil er is tussen de constante NAV per recht van deelneming of aandeel en de NAV per recht van deelneming of aandeel.
3.
Stresstests worden verricht volgens een regelmaat zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het MMF, in voorkomend geval of door de raad van bestuur van de beheerder van een MMF, na een onderzoek van passende en redelijke termijnen in het licht van de marktomstandigheden en na een onderzoek van voorgenomen veranderingen in de portefeuille van het MMF. De tests worden ten minste halfjaarlijks verricht.
4.
Wanneer de stresstest wijst op kwetsbaarheid van een MMF, stelt de beheerder van het MMF een uitgebreid verslag met de resultaten van de stresstests en een voorstel voor een actieplan op.
Indien nodig neemt de beheerder van een MMF maatregelen om de robuustheid van het MMF te versterken, onder meer door acties ter versterking van de liquiditeit of de kwaliteit van de activa van het MMF, en stelt hij de bevoegde autoriteit van het MMF onmiddellijk in kennis van de getroffen maatregelen.
5.
Het uitgebreide verslag met de resultaten van de stresstests en het voorgestelde actieplan worden ter bespreking voorgelegd aan de raad van bestuur van het MMF, indien van toepassing, of de raad van bestuur van de beheerder van een MMF. De raad van bestuur wijzigt het voorgestelde actieplan indien nodig en keurt het definitieve actieplan goed. Het uitgebreide verslag en het actieplan worden gedurende ten minste vijf jaar bewaard.
Het uitgebreide verslag en het actieplan worden aan de bevoegde autoriteit van het MMF voorgelegd.
6.
De bevoegde autoriteit van het MMF zendt het in lid 5 bedoelde uitgebreide verslag aan de ESMA.
7.
De ESMA vaardigt richtsnoeren uit om in de stresstests gemeenschappelijke referentieparameters voor stresstestscenario's op te nemen rekening houdend met de in lid 1 genoemde factoren. De richtsnoeren worden ten minste eenmaal per jaar bijgewerkt rekening houdend met de nieuwste marktontwikkelingen.