Ondernemingsrecht 2019/29
Of een mededeling als opzegging van een overeenkomst (i.c. een vennootschap onder firma) heeft te gelden, wordt beoordeeld aan de hand van de wilsvertrouwensleer. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang, ook contractuele vormvereisten.
HR 01-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:819, m.nt. mr. Chr.M. Stokkermans
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 juni 2018
- Zaaknummer
17/00271
- Noot
mr. Chr.M. Stokkermans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS14455:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:819, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:164, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1332, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑01‑2017
Essentie
Of een mededeling als opzegging van een overeenkomst (i.c. een vennootschap onder firma) heeft te gelden, wordt beoordeeld aan de hand van de wilsvertrouwensleer. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang, ook contractuele vormvereisten.
Uitspraak
1. Feiten
A en B hebben een vennootschap onder firma (VOF) waarin een motorrevisie- en autosloopbedrijf is ondergebracht. Vanaf het begin loopt de samenwerking moeilijk. Na een klein half jaar belt A’s advocaat met B om een schikking te beproeven. Dat gebeurt op 9 november 2011. Volgens het gespreksverslag dat die advocaat daags nadien aan zijn cliënt stuurt, voelde B zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.