FED 2013/31
Art. 6:96 BW De rechtsregel van de proportionele aansprakelijkheid is geëigend om een oplossing te bieden voor sommige situaties waarin onzekerheid bestaat over het condicio-sine-qua-non-verband. Om de leer van de kansschade te kunnen toepassen moet eerst beoordeeld moet worden of condicio-sine-qua-non-verband aanwezig is
HR 21-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7491, m.nt. P. van der Wal (Deloitte/Hassink)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 december 2012
- Magistraten
Numann, Van Buchem-Spapens, Van Oven, Streefkerk, Drion
- Zaaknummer
11/05496
- Conclusie
A-G Spier
- Noot
P. van der Wal
- LJN
BX7491
- Roepnaam
Deloitte/Hassink
- JCDI
JCDI:ADS273589:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX7491, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX7491, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑12‑2011
- Wetingang
Art. 6:96 BW
Essentie
Art. 6:96 BW De rechtsregel van de proportionele aansprakelijkheid is geëigend om een oplossing te bieden voor sommige situaties waarin onzekerheid bestaat over het condicio-sine-qua-non-verband. Om de leer van de kansschade te kunnen toepassen moet eerst beoordeeld moet worden of condicio-sine-qua-non-verband aanwezig is
Samenvatting
De rechtsregel van de proportionele aansprakelijkheid houdt in, zeer kort samengevat, dat de rechter in gevallen waarin niet kan worden vastgesteld of de schade is veroorzaakt door een normschending (onrechtmatig handelen of toerekenbaar tekortschieten) van de aansprakelijk gestelde persoon of van iemand voor wie hij aansprakelijk is, dan wel door een oorzaak die voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.