Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
1.1.1.3 Steun voor investeringen in verband met de verwerking van landbouwproducten of de afzet van landbouwproducten
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2024
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
05-03-2024, PbEU C 2024, C/2024/1902 (uitgifte: 05-03-2024, regelingnummer: C/2024/1902)
- Inwerkingtreding
05-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2024, PbEU C 2024, C/2024/1902 (uitgifte: 05-03-2024, regelingnummer: C/2024/1902)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(169)
De Commissie zal steun voor investeringen in verband met de verwerking van landbouwproducten of de afzet van landbouwproducten aanmerken als verenigbaar met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag als die steun in overeenstemming is met deel I, hoofdstuk 3, van deze richtsnoeren, met de in punt (143) vermelde algemene voorwaarde voor investeringssteun en met de in deze afdeling vermelde voorwaarden.
(170)
Om de aanzet te geven tot overschakeling op de productie van meer geavanceerde vormen van biobrandstoffen, in overeenstemming met de richtsnoeren betreffende staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022, mag in het kader van deze afdeling geen steun voor biobrandstoffen op basis van voedsel- en voedergewassen worden toegekend.
(171)
Deze afdeling geldt voor steun voor investeringen in materiële activa en immateriële activa in verband met de verwerking van landbouwproducten en de afzet van landbouwproducten, zoals gedefinieerd in punt (33)47 en punt (33)38.
(172)
De lidstaten mogen steun verlenen voor investeringen in verband met de verwerking van landbouwproducten of de afzet van landbouwproducten als de steun voldoet aan alle voorwaarden van een van de volgende:
- a)
Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie (1);
- b)
de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen;
- c)
deze afdeling.
In aanmerking komende kosten
(173)
De steun mag de volgende in aanmerking komende kosten dekken:
- a)
de kosten van de bouw, verwerving, inclusief leasing, of verbetering van onroerende goederen, met inbegrip van investeringen in passieve binnenhuisbekabeling of gestructureerde bekabeling voor datanetwerken en, indien nodig, de randuitrusting van het passieve netwerk op het particuliere terrein buiten het gebouw, waarbij aangekochte grond slechts in aanmerking komt voor een bedrag dat niet hoger is dan 10 % van de totale in aanmerking komende kosten van de betrokken verrichting;
- b)
de kosten van de koop of huurkoop van machines en uitrusting, tot maximaal de marktwaarde van de activa;
- c)
algemene kosten in verband met de in de punten a) en b) bedoelde uitgaven, zoals voor het inschakelen van architecten, ingenieurs en adviseurs en voor advies over ecologische en economische duurzaamheid, met inbegrip van haalbaarheidsstudies; haalbaarheidsstudies blijven in aanmerking komen, zelfs wanneer op basis van de resultaten daarvan geen uitgaven uit hoofde van de punten a) en b) worden verricht;
- d)
de kosten van aankoop, ontwikkeling of gebruik van computersoftware, cloud- en soortgelijke oplossingen en van de verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en handelsmerken.
(174)
De volgende kosten komen niet in aanmerking:
- a)
andere dan de in punt (173) bedoelde kosten in verband met een leasingcontract, zoals de marge voor de leasinggever, kosten van de herfinanciering van rente, overheadkosten en verzekeringspremies;
- b)
werkkapitaal;
- c)
bedrading of bekabeling voor datanetwerken buiten het particuliere eigendom;
- d)
kosten in verband met investeringen om aan de geldende nationale normen en normen van de Unie te voldoen.
Steunintensiteit
(175)
De steunintensiteit mag ten hoogste 65 % bedragen.
(176)
De steunintensiteit kan tot maximaal 80 % worden verhoogd voor de volgende investeringen:
- a)
investeringen die verband houden met een of meer specifieke milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen als bedoeld in punt (152), e), f) en g), of investeringen voor de verwerking van landbouwproducten die verband houden met een verbetering van het dierenwelzijn;
- b)
investeringen door jonge landbouwers;
- c)
investeringen in de ultraperifere gebieden of de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee.
(177)
Individuele steun die groter is dan de in punt (35), a), bedoelde aanmeldingsdrempel, moet bij de Commissie worden aangemeld overeenkomstig artikel 108, lid 3, van het Verdrag.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).