Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 31 Informatieverstrekking aan de bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 16-08-2012
- Bronpublicatie:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 648/2012)
- Inwerkingtreding
16-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 648/2012)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een CTP stelt zijn bevoegde autoriteit in kennis van alle wijzigingen in haar management en verstrekt de bevoegde autoriteit alle informatie die nodig is om de naleving van artikel 27, lid 1, te beoordelen.
Indien het gedrag van een lid van de raad waarschijnlijk nadelig is voor de gezonde en voorzichtige bedrijfsvoering van de CTP, neemt de bevoegde autoriteit passende maatregelen, welke het ontslag van dat lid uit de raad kan omvatten.
2.
Iedere natuurlijke of rechtspersoon of dergelijke in onderlinge overeenstemming handelende personen (‘kandidaat-verwerver’), die besloten hebben om rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming in een CTP te verwerven dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks een dergelijke gekwalificeerde deelneming verder te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal 10 %, 20 %, 30 % of 50 % bereikt of overschrijdt of waardoor de CTP hun dochteronderneming wordt (‘voorgenomen verwerving’), stellen de bevoegde autoriteiten van de CTP waarin zij een gekwalificeerde deelneming willen verwerven dan wel vergroten, daarvan vooraf schriftelijk in kennis, met vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de in artikel 32, lid 4, bedoelde relevante informatie.
Iedere natuurlijke of rechtspersoon die heeft besloten rechtstreeks of onrechtstreeks zijn gekwalificeerde deelneming in een CTP af te stoten (‘kandidaat-verkoper’), stelt de bevoegde autoriteit daarvan vooraf schriftelijk in kennis, met vermelding van de omvang van de deelneming die hij wil afstoten. Een zodanig natuurlijke of rechtspersoon stelt de bevoegde autoriteit op dezelfde wijze in kennis, indien deze heeft besloten de omvang van een gekwalificeerde deelneming zodanig te verkleinen dat het percentage van de door hem gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal onder 10 %, 20 %, 30 % of 50 % daalt of dat de CTP ophoudt zijn dochteronderneming te zijn.
De bevoegde autoriteit zendt de kandidaat-verwerver of -verkoper onverwijld en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de in dit lid bedoelde kennisgeving, en van de in lid 3 bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging.
Vanaf de datum van de schriftelijke bevestiging van de ontvangst van de kennisgeving en alle vereiste documenten van de in artikel 32, lid 4, bedoelde lijst die bij de kennisgeving moet worden gevoegd, beschikt de bevoegde autoriteit over een termijn van 60 werkdagen (‘beoordelingsperiode’), om de in artikel 32, lid 1, bedoelde beoordeling (‘beoordeling’), uit te voeren.
De bevoegde autoriteit stelt de kandidaat-verwerver of -verkoper bij de ontvangstbevestiging in kennis van de datum waarop de beoordelingsperiode afloopt.
3.
De bevoegde autoriteit mag, indien nodig, tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag daarvan, aanvullende informatie opvragen die noodzakelijk is om de beoordeling te voltooien. In dit verzoek, dat schriftelijk moet worden gedaan, is vermeld welke aanvullende informatie nodig is.
De beoordelingsperiode wordt onderbroken vanaf de datum van het verzoek van de bevoegde autoriteit om informatie tot de ontvangst van een antwoord daarop van de kandidaat-verwerver. De onderbreking duurt ten hoogste 20 werkdagen. De bevoegde autoriteit mag eventueel aanvullende verzoeken ter vervollediging of verduidelijking van de informatie doen, maar deze hebben geen onderbreking van de beoordelingsperiode tot gevolg.
4.
De bevoegde autoriteit kan de in lid 3, tweede alinea, bedoelde onderbreking tot ten hoogste 30 werkdagen verlengen als de kandidaat-verwerver of -verkoper:
- a)
buiten de Unie is gevestigd of aan regulering is onderworpen;
- b)
een natuurlijke of rechtspersoon is die niet onderworpen is aan toezicht uit hoofde van deze verordening of van Richtlijn 73/239/EEG, Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche (1) of de Richtlijnen 2002/83/EG, 2003/41/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG, 2006/48/EG, 2009/65/EG of 2011/61/EU.
5.
Indien de bevoegde autoriteit na voltooiing van de beoordeling besluit zich te verzetten tegen de voorgenomen verwerving, stelt zij de kandidaat-verwerver daarvan binnen twee werkdagen en zonder de beoordelingsperiode te overschrijden schriftelijk in kennis en deelt zij de redenen voor dat besluit mee. De bevoegde autoriteit stelt het college als bedoeld in artikel 18 hiervan in kennis. Onverminderd het nationale recht kan een passende motivering van het besluit op verzoek van de kandidaat-verwerver openbaar worden gemaakt. De lidstaten mogen de bevoegde autoriteit echter toestaan dergelijke informatie openbaar te maken zonder dat de kandidaat-verwerver daarom heeft verzocht.
6.
Indien de bevoegde autoriteit zich binnen de beoordelingsperiode niet schriftelijk verzet tegen de voorgenomen verwerving, wordt deze geacht te zijn goedgekeurd.
7.
De bevoegde autoriteit mag voor de voltooiing van de voorgenomen verwerving een maximumtermijn vaststellen en deze termijn zo nodig verlengen.
8.
De lidstaten mogen geen voorschriften inzake kennisgeving aan en goedkeuring door de bevoegde autoriteit van rechtstreekse of onrechtstreekse verwervingen van stemrechten of kapitaal opleggen die strenger zijn dan die welke in deze verordening zijn uiteengezet.
Voetnoten
PB L 228 van 11.8.1992, blz. 1.