RAV 2014/3
Billijkheidscorrectie. Had het hof bij het beoordelen van (de mate van) eigen schuld de billijkheidscorrectie in aanmerking moeten nemen?
HR 04-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3751
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.A. Loth, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/03231
- Conclusie
A-G mr. J. Wuisman
- JCDI
JCDI:ADS915486:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA3751, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA3751, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑06‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑07‑2012
- Wetingang
Art. 6:101, 6:169 BW
Essentie
Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.
Had het hof bij het beoordelen van (de mate van) eigen schuld de billijkheidscorrectie in aanmerking moeten nemen?
Samenvatting
Bij een aanvaring met een waterscooter loopt een snorkelaar ernstig letsel op. De snorkelaar acht de 13-jarige bestuurder van de waterscooter, zijn ouders en de eigenaar van de scooter (de oom van de bestuurder) hoofdelijk aansprakelijk voor de door hem geleden schade. Het Gerecht in Eerste Aanleg te Curacao (GEA) wijst de vorderingen toe.
De ouders en de oom gaan in hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.