V-N 2020/2.17
Navorderingstermijn volgens A-G toch verlengd bij uitstel voor reeds ingediende IB-aangifte
HR (Parket) 21-11-2019, ECLI:NL:PHR:2019:1208, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
21 november 2019
- Zaaknummer
19/01242
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS176006:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:254, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1208, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat het verleende uitstel beslissend is en dat niet van belang is of pas om uitstel is verzocht na het indienen van de aangifte. De vergrijpboetes zijn volgens de A-G terecht omdat er geen algemene verplichting bestaat om de aangiften van de adviseur te controleren.
Samenvatting
De heer X heeft zoons met een persoonsgebonden budget (PGB) en de hieruit ontvangen inkomsten niet in zijn IB-aangiften verantwoord. In geschil zijn diverse navorderingsaanslagen IB/PVV en vergrijpboeten. Volgens X is de navorderingsaanslag over 2010 niet binnen de vijfjaarstermijn opgelegd. De inspecteur stelt dat de navorderingstermijn moet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.