Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot regeling van de samenwerking in de Eemsmonding (Eems-Dollardverdrag)
Artikel 49
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 69 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien zich essentiële veranderingen voordoen in de aan dit Verdrag ten grondslag liggende situatie of indien zich ontwikkelingen of gebeurtenissen voordoen die bij het sluiten van dit Verdrag niet voorzien waren, zullen de Verdragsluitende Partijen dit Verdrag herzien.
2.
Bij meningsverschillen over de vraag of er reden is voor een herziening beslist het in hoofdstuk 12 voorziene Scheidsgerecht.
3.
Indien een herziening niet binnen redelijke tijd tot stand komt, kan iedere Verdragsluitende Partij een beroep doen op de in artikel 47, lid 2, genoemde Permanente Verzoeningscommissie.