Besluit regels landelijk parket en functioneel parket en mandateren van bevoegdheden van de officier van justitie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 17-05-2013
- Bronpublicatie:
06-05-2013, Stb. 2013, 170 (uitgifte: 16-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-05-2013, Stb. 2013, 170 (uitgifte: 16-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Juridische beroepen (V)
Besluit van 6 mei 2013, houdende regels ten aanzien van het landelijk parket en het functioneel parket, alsmede ten aanzien van het mandateren van bevoegdheden van de officier van justitie
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 15 maart 2013, nr. 363215;
Gelet op artikel 126, vierde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie en de artikelen 2, eerste lid, en 9, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 april 2013, nr. W03.13.0070/11);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2 mei 2013, nr. 379352;
Hebben goedgevonden en verstaan: