RvdW 2019/943
Justitiële samenwerking in strafzaken. Europees aanhoudingsbevel. Kaderbesluiten. Geen rechtstreekse werking. Voorrang van het Unierecht. Gevolgen. Verklaring van een lidstaat op grond waarvan deze lidstaat de bestaande, vóór 5 december 2011 toepasselijke, rechtsinstrumenten op het gebied van overbrenging van gevonniste personen mag blijven toepassen. Tardieve verklaring. Gevolgen.
HvJ EU 24-06-2019, ECLI:EU:C:2019:530 (Popławski)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
24 juni 2019
- Magistraten
K. Lenaerts, R. Silva de Lapuerta, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev, M. Vilaras, C. Lycourgos, M. Ilešič, J. Malenovský, L. Bay Larsen, C.G. Fernlund, S. Rodin
- Zaaknummer
C-573/17
- Conclusie
A-G M. Campos Sánchez-Bordona
- Roepnaam
Popławski
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:530, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 24‑06‑2019
ECLI:EU:C:2018:957, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
- Wetingang
Art. 4, punt 6, Kaderbesluit 2002/584/JBZ; Art. 28, lid 2, Kaderbesluit 2008/909/JBZ
Essentie
Daniel Adam Popławski, in tegenwoordigheid van Openbaar Ministerie.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank Amsterdam (Nederland) bij tussenuitspraak van 28 september 2017.
Justitiële samenwerking in strafzaken. Europees aanhoudingsbevel. Kaderbesluiten. Geen rechtstreekse werking. Voorrang van het Unierecht. Gevolgen. Verklaring van een lidstaat op grond waarvan deze lidstaat de bestaande, vóór 5 december 2011 toepasselijke, rechtsinstrumenten op het gebied van overbrenging van gevonniste personen mag blijven toepassen. Tardieve verklaring. Gevolgen.
1. Artikel 28, lid 2, van Kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.