JWB 2001/289
Wet BOPZ, voorlopige machtiging, motivering
HR 02-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD4030
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2001
- Zaaknummer
R01/101HR
- LJN
AD4030
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD4030, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD4030, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2001
- Wetingang
art. 2 lid 1 Wet Bopz; lid 4 Wet Bopz
Essentie
Wet BOPZ, voorlopige machtiging, motivering
Samenvatting
Casus
De Officier van Justitie in het arrondissement Middelburg heeft op 31 mei 2001 een voorlopige machtiging gevorderd tot het doen voortduren van het verblijf van verzoekster tot cassatie in een psychiatrisch ziekenhuis. Hierbij is een op 31 mei 2001 ondertekende geneeskundige verklaring overlegd van de geneesheer-directeur van het psychiatrisch ziekenhuis. Verzoekster verbleef op het moment van de vordering reeds vrijwillig in het psychiatrisch ziekenhuis. De Rechtbank overweegt dat aan de gronden voor een voorlopige machtiging (art. 2 BOPZ) is voldaan. Verzoekster heeft niet te kennen gegeven dat zij het verblijf wil beëindigen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.