NJB 2020/2732
Uitkoopprocedure. Reële en redelijke vergoeding. Hoge Raad: De aard en de strekking van de uitkoopprocedure verzetten zich niet ertegen dat de rechter, met het doel te komen tot een reële en redelijke vergoeding, bij het vaststellen van de uitkoopprijs, abstraheert van de gevolgen van handelingen van de uitkopende aandeelhouder die de waarde van de aandelen ten nadele van de uit te kopen aandeelhouder(s) hebben verminderd
HR 06-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1745
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 november 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/02245
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1745, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:450, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑05‑2019
- Wetingang
(art. 1 EP EVRM; art. 2:201a BW)
Essentie
Uitkoopprocedure. Reële en redelijke vergoeding. Hoge Raad: De aard en de strekking van de uitkoopprocedure verzetten zich niet ertegen dat de rechter, met het doel te komen tot een reële en redelijke vergoeding, bij het vaststellen van de uitkoopprijs, abstraheert van de gevolgen van handelingen van de uitkopende aandeelhouder die de waarde van de aandelen ten nadele van de uit te kopen aandeelhouder(s) hebben verminderd
Partij(en)
A, adv. mr. M.E. Bruning, vs. B, adv. mr. B.I. Kraaipoel.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A en B houden respectievelijk 95% en 5% van de aandelen in het kapitaal van een BV. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.