V-N 2014/19.13:A-G Van Hilten concludeert tot het stellen van prejudiciële vragen over de herziening van de aftrek voor een jaar van niet-gebruik (leegstand) van een kantoorpand

V-N 2014/19.13

A-G Van Hilten concludeert tot het stellen van prejudiciële vragen over de herziening van de aftrek voor een jaar van niet-gebruik (leegstand) van een kantoorpand

Documentgegevens:

HR (A-G) 28-01-2014, ECLI:NL:PHR:2014:36, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Datum: 28 januari 2014
Zaaknummer: 13/00282
Conclusie: A-G Van Hilten
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
JCDI: JCDI:ADS917812:1
Vakgebied(en): Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2014:1376, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:36, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2013
Wetingang: art. 187 Richtlijn 2006/112/EG; art. 13 Uitv.besch. OB 1968; art. 15 Wet OB 1968

Essentie

Advocaat-generaal Van Hilten adviseert de Hoge Raad prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof van Justitie over de herziening van aftrek in tijden van leegstand.

Samenvatting

Belanghebbende, ondernemer voor de omzetbelasting, heeft een kantoorpand laten bouwen dat hij een aantal jaren vrijgesteld van omzetbelasting heeft verhuurd. Volgend op die periode komt het pand, nog gedurende de herzieningsperiode, een aantal jaren leeg te staan. Enige jaren later wordt het pand weer verhuurd, ditmaal belast met omzetbelasting. Het geschil spitst zich toe op de vraag of belanghebbende met betrekking tot het herzieningsjaar 2010, waarin het pand leeg staat, terecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.