Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/933
Verbintenissenrecht. Schadevergoeding. Begroting schade; aard schade; vrijheid rechter; kapitaliseren schade; peildatum; latere ontwikkelingen. Afwijken van deskundigenoordeel.
HR 30-08-2019, ECLI:NL:HR:2019:1291
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 augustus 2019
- Magistraten
Mrs. A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/05256
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1291, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑08‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:311, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑11‑2017
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Schadevergoeding. Begroting schade; aard schade; vrijheid rechter; kapitaliseren schade; peildatum; latere ontwikkelingen. Afwijken van deskundigenoordeel.
Samenvatting
Volgens art. 6:97 BW begroot de rechter schade op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. Volgens vaste rechtspraak heeft de rechter bij het begroten van schade de vrijheid om de geleden en te lijden schade te kapitaliseren in een bedrag ineens naar een peildatum die geruime tijd voor zijn uitspraak ligt. Ook bij een dergelijke wijze van begroting blijft het uitgangspunt dat zoveel als redelijkerwijs mogelijk is de werkelijk geleden en te lijden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.