Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Omgevingswet
Artikel 4.36 (schade of dreigende schade aan archeologisch monument)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Als voor de inwerkingtreding van afdeling 19.2 van de Omgevingswet voorschriften zijn gegeven of is gelast dat een werk voor bepaalde of onbepaalde tijd geheel of gedeeltelijk wordt stilgelegd als bedoeld in artikel 56 van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet, blijft het oude recht van toepassing.
2.
Als voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet schade is veroorzaakt door een maatregel als bedoeld in artikel 56 of 57 van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet, blijft het oude recht van toepassing.
3.
Als voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een rechtsvordering tot vergoeding van schade op grond van artikel 59 van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet, is ingediend, blijft het oude recht van toepassing tot het tijdstip waarop het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, en bij toewijzing van die vordering, de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald.