Wijzigingswet Elektriciteitswet 1998, enz. (nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer)
Artikel VIa
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2014
- Bronpublicatie:
25-06-2014, Stb. 2014, 247 (uitgifte: 03-07-2014, kamerstukken: 33622)
- Inwerkingtreding
01-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2014, Stb. 2014, 266 (uitgifte: 15-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Het beheer van een net met een spanningsniveau van 110 kV of van 150 kV door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet ingevolge de in artikel I, onderdeel A, voorgestelde wijziging van artikel 10, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, geschiedt voor zover dat en op een wijze die in overeenstemming is met de rechten van derden die voortvloeien uit een overeenkomst met betrekking tot dat net.
2.
Indien uit een overeenkomst voortvloeit dat met ingang van een datum gelegen na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel X, onderdeel A, een ander de economische eigendom van een net met een spanningsniveau van 110 kV of van 150 kV verkrijgt dan degene die voor dat tijdstip over de economische eigendom beschikte, wijst degene die de economische eigendom verkrijgt binnen dertien weken na die verkrijging voor het beheer van het desbetreffende deel van het net een naamloze of besloten vennootschap als netbeheerder aan met inachtneming van alle daarvoor bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 vastgestelde regels.
3.
In een geval als bedoeld in het tweede lid kan een andere vennootschap worden aangewezen dan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Tenzij zulks afbreuk zou doen aan de rechten van de in artikel V, eerste lid, bedoelde partij bij de overeenkomst, zal worden aangewezen een vennootschap waarvan de aandelen van die vennootschap direct of indirect worden gehouden door dan wel waarover de zeggenschap berust bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Een aanwijzing als bedoeld in dit lid geschiedt voor een termijn die eindigt op het tijdstip waarop de aanwijzing van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet eindigt. Zolang nadien nog een overeenkomst van kracht is, geschiedt een nieuwe aanwijzing overeenkomstig dit artikel.
4.
Voor zover ingevolge de toepassing van het tweede of derde lid de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet of een vennootschap waarin deze de aandelen direct of indirect houdt of waarover deze de zeggenschap heeft, wordt aangewezen als netbeheerder, is de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verplicht eraan mee te werken dat de ander bij wie de economische eigendom van een net alsdan berust, een verworven economisch belang in de desbetreffende netten kan behouden.
5.
Ingeval van overtreding van het vierde lid kan de Autoriteit Consument en Markt de overtreder een last onder dwangsom opleggen.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de voorwaarden waaronder de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in staat wordt gesteld zorg te dragen voor het beheer van netten met een spanningsniveau van 110 kV of van 150 kV. Daarbij kunnen taken en bevoegdheden worden opgedragen aan de Autoriteit Consument en Markt.