Wijzigingswet Elektriciteitswet 1998, enz. (nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer)
Artikel VIII
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2008
- Redactionele toelichting
De zinsneden 'aan artikel 16Aa en aan artikel 17, tweede, derde en vierde lid,' in lid 1, 'en aan artikel 16Aa' in lid 2, 'aan artikel 7a en aan artikel 10b, tweede, derde en vierde lid,' in lid 3 en 'en aan artikel 7a' in lid 4 zijn nog niet in werking getreden.
- Bronpublicatie:
23-11-2006, Stb. 2006, 614 (uitgifte: 07-12-2006, kamerstukken: 30212)
- Inwerkingtreding
01-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-07-2007, Stb. 2007, 273 jo Stb. 2008, 169 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-07-2007, Stb. 2007, 273 jo Stb. 2008, 169 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Netbeheerders die voor het tijdstip van inwerkingtreding van het in artikel I, onderdeel B, voorgestelde artikel 10b, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 op grond van artikel 10, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 zijn aangewezen en met wier aanwijzing instemming als bedoeld in artikel 12, tweede lid, is verleend, voldoen binnen twee jaar en zes maanden na dat tijdstip aan artikel 10b, eerste lid, aan artikel 11, tweede lid, onderdeel b, en indien het derde lid van toepassing is, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998.
2.
De netbeheerder die voor het tijdstip van inwerkingtreding van het in artikel I, onderdeel B, voorgestelde artikel 10b, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 op grond van artikel 10, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 is aangewezen en met wiens aanwijzing instemming als bedoeld in artikel 12, tweede lid, is verleend, voldoet binnen twee jaar en zes maanden na dat tijdstip aan artikel 10b, eerste lid, indien artikel 11a, vijfde lid, van toepassing is aan artikel 11a, zesde lid, van de Elektriciteitswet 1998.
3.
Netbeheerders die voor het tijdstip van inwerkingtreding van het in artikel II, onderdeel B, voorgestelde artikel 2c, eerste lid, van de Gaswet op grond van artikel 2, eerste lid, van de Gaswet zijn aangewezen en met wier aanwijzing instemming als bedoeld in artikel 4, tweede lid, is verleend, voldoen binnen twee jaar en zes maanden na dat tijdstip aan artikel 2c, eerste lid, indien artikel 3, derde lid, van toepassing is aan artikel 3, vierde lid, van de Gaswet.
4.
De netbeheerder die voor het tijdstip van inwerkingtreding van het in artikel II, onderdeel B, voorgestelde artikel 2c, eerste lid, van de Gaswet op grond van artikel 2, tweede lid, van de Gaswet is aangewezen en met wiens aanwijzing instemming als bedoeld in artikel 4, tweede lid, is verleend, voldoet binnen twee jaar en zes maanden na dat tijdstip aan artikel 2c, eerste lid, indien artikel 3a, tweede lid, van toepassing is aan artikel 3a, derde lid, van de Gaswet.