Einde inhoudsopgave
Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba
Artikel 68
Geldend
Geldend vanaf 24-10-1985
- Bronpublicatie:
04-10-1985, Stb. 1985, 542 (uitgifte: 22-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-10-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-10-1985, Stb. 1985, 542 (uitgifte: 22-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze Samenwerkingsregeling vastgestelde ontwerpen voor eenvormige landsverordeningen verkrijgen op dat tijdstip de staat van eenvormige landsverordening, indien de ontwerpen overeenkomstig het in de volgende leden bepaalde tot stand zijn gekomen.
2.
Nadat de Raad van Ministers van de Nederlandse Antillen en het bestuurscollege van het eilandgebied Aruba daarover overeenstemming hebben bereikt worden bij de Staten van de Nederlandse Antillen en bij de eilandsraad van het eilandgebied Aruba gelijkluidende ontwerpen voor eenvormige landsverordeningen ingediend. Zij worden behandeld met overeenkomstige toepassing van de bepalingen inzake de behandeling van landsverordeningen, onderscheidenlijk eilandsverordeningen.
3.
Nadat door de Staten van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk de eilandsraad van het eilandgebied Aruba is geconstateerd dat de door hen behandelde ontwerpen voor eenvormige landsverordeningen gelijkluidend zijn, worden de ontwerpen voor eenvormige landsverordeningen door de Staten van de Nederlandse Antillen goedgekeurd en door de Gouverneur vastgesteld, onderscheidenlijk door de eilandsraad van het eilandgebied Aruba vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van de Rijkswet van 20 juni 1985 (Stb. 370), houdende vaststelling van enige overgangsbepalingen in verband met het verkrijgen van de hoedanigheid van land in het Koninkrijk door Aruba.
4.
Indien door de Staten van de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk de eilandsraad van het eilandgebied Aruba is geconstateerd dat de door hen behandelde ontwerpen voor eenvormige landsverordeningen niet gelijkluidend zijn, dan worden, nadat de Raad van Ministers van de Nederlandse Antillen en het bestuurscollege van het eilandgebied Aruba daarover overeenstemming hebben bereikt, opnieuw gelijkluidende ontwerpen voor eenvormige landsverordeningen ingediend bij de Staten van de Nederlandse Antillen en bij de eilandsraad van het eilandgebied Aruba. Deze kunnen de ontwerpen slechts ongewijzigd goedkeuren of verwerpen. Het ontwerp van een eenvormige landsverordening wordt in beide landen als verworpen beschouwd, indien het door de Staten van de Nederlandse Antillen of door de eilandsraad van het eilandgebied Aruba verworpen is.