NJ 2019/120
Procesrecht. Familierecht. Beschikking van rechtbank uitvoerbaar bij voorraad; werking na vernietiging door hof. Incidenteel verzoek in cassatie tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad van beschikking hof; belang?
HR 08-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:312
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 maart 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/02503
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS33683:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1496, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:675, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2019
ECLI:NL:HR:2019:312, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:120, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑08‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Familierecht. Beschikking van rechtbank uitvoerbaar bij voorraad; werking na vernietiging door hof. Incidenteel verzoek in cassatie tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad van beschikking hof; belang?
Samenvatting
De uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking van de rechtbank waarin de beëindiging van de alimentatieverplichting van de man en de terugbetalingsverplichting van de vrouw werden vastgesteld, moet geacht worden haar werking te hebben verloren door de beschikking van het hof waarin de uitspraak van de rechtbank is vernietigd en de verzoeken van de man alsnog zijn afgewezen — ook zonder uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beschikking van het hof —, zolang de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.