HR, 13-10-2009, nr. S 08/01400
ECLI:NL:HR:2009:BJ2833, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13-10-2009
- Zaaknummer
S 08/01400
- LJN
BJ2833
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2009:BJ2833, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2009; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BJ2833
In cassatie op: ECLI:NL:GHARN:2008:BC4621, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Wetingang
art. 242 Wetboek van Strafrecht
- Vindplaatsen
VA 2010/24 met annotatie van J. Silvis
Uitspraak 13‑10‑2009
Inhoudsindicatie
‘Door geweld of een andere feitelijkheid dwingen’ a.b.i. art. 242 Sr. Het Hof heeft op grond van zijn vaststellingen kennelijk en niet onbegrijpelijk geoordeeld dat verdachte zijn geestelijke en lichamelijke overwicht heeft aangewend om de bewezenverklaarde handelingen tegen de zin van de nog jonge slachtoffers te verrichten, en aldus een- voor de slachtoffers bedreigende- situatie heeft gecreëerd, waardoor zij aan de wensen van verdachte geen weerstand konden bieden en zich gedwongen voelden daaraan te voldoen.
13 oktober 2009
Strafkamer
nr. S 08/01400
RC/SM
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 19 februari 2008, nummer 21/001039-07, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verlaging van de opgelegde straf en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel klaagt over de motivering van de bewezenverklaring van de feiten 2, 3 en 4 waar het betreft het telkens bewezenverklaarde 'door geweld of een andere feitelijkheid dwingen' als bedoeld in art. 242 Sr.
2.2.1. Ten laste van de verdachte is onder 2, 3 en 4 bewezenverklaard dat:
"2. hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 1996 tot en met 1 januari 1999 in de gemeente Almelo en te Vroomshoop, in de gemeente Den Ham telkens door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] 1984) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte die [slachtoffer 1] telkens gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis of vinger(s) in de vagina of de mond van die [slachtoffer 1] duwde/bracht,
en bestaande (telkens) dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het geestelijke en lichamelijke overwicht dat verdachte had als meerderjarige over die minderjarige [slachtoffer 1] en aldus voor die [slachtoffer 1] (telkens) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
3. hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 1993 tot en met 31 oktober 2002 te Kloosterhaar in de gemeente Hardenberg en in de gemeente Almelo en te Vroomshoop, in de gemeente Den Ham/Twenterand telkens door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum] 1986) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2],
hebbende verdachte die [slachtoffer 2] telkens gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis of vinger(s) in de vagina of de mond van die [slachtoffer 2] duwde/bracht,
en bestaande dat geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) uit het geestelijke en lichamelijke overwicht dat verdachte had als meerderjarige over die minderjarige [slachtoffer 2] en aldus voor die [slachtoffer 2] (telkens) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
4. hij op tijdstippen in de periode van 1 november 2002 tot en met 15 juli 2003 te Itterbeck telkens door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum] 1986) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2],
hebbende verdachte die [slachtoffer 2] telkens gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina of de mond van die [slachtoffer 2] duwde/bracht,
en bestaande (telkens) dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het geestelijke en/of lichamelijke overwicht dat verdachte had als meerderjarige over die minderjarige [slachtoffer 2] en aldus voor die [slachtoffer 2] (telkens) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan."
2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, op de volgende bewijsmiddelen:
a. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1]:
"Ik ben geboren op [geboortedatum] 1984. Ik heb altijd in [plaats A] gewoond aan de [a-straat]. Ik wens aangifte te doen tegen [verdachte]. [Verdachte] was de stiefvader van mijn vriendin [slachtoffer 2]. Hij was een goede vriend van mijn ouders. [Slachtoffer 2] woonde een aantal huizen verder in de [a-straat] in [plaats A]. Ik ging veel met haar om en we kwamen veel bij elkaar over de vloer. Ook haar en mijn ouders kwamen bijna dagelijks bij elkaar over de vloer. Toen [verdachte] verhuisde naar [plaats B] kwamen ze wat minder bij elkaar maar toch nog wel regelmatig. [Verdachte] verhuisde in 1997/1998 met zijn vrouw en [slachtoffer 2] naar [plaats B]. Onze hond was een van de puppy's van [verdachte]. Mijn ouders hebben die hond toen gekocht. Ik heb mijn moeder een briefje geschreven dat ik in het bos was misbruikt door een man. Ik heb dat briefje gegeven toen mijn moeder aan het kaarten was. Mijn tante heeft dat briefje toen ook gezien. Dit was ongeveer in 1997. We zijn naar het politiebureau gegaan. Ik heb [verdachte] niet bij naam genoemd. Er is toen geen onderzoek gedaan omdat ik had verteld dat het een nachtmerrie was geweest. De eerste keer was ik 12 jaar en zat in groep 8 van de basisschool. Dat was in de woning bij [verdachte] aan de [a-straat] in [plaats A]. [Verdachte], [betrokkene 1] en [slachtoffer 2] waren bij mijn ouders in huis. [Verdachte] had slangen in huis en vroeg aan [slachtoffer 2] en mij of we meegingen naar zijn woning om de slangen te voeren. Ik ben met hem meegegaan. [Verdachte] begon over mijn borsten te wrijven over mijn kleren. Ik schrok daarvan en zei tegen [verdachte] dat ik dat niet leuk vond. [Slachtoffer 2] zei tegen mij dat dit heel normaal was en dat [verdachte] mij dan lief vond. [Verdachte] zei dat ik niet moest zeuren en dat ik daarover met niemand mocht praten. [Slachtoffer 2] was toen een jaar of tien. Ook aaide hij [slachtoffer 2] over de kleding over de borsten. [Slachtoffer 2] zei dat het niet erg was. Ik zei tegen hen dat dit niet mocht. [Verdachte] en [slachtoffer 2] vonden het heel normaal. Ik voelde dat [verdachte] met zijn handen onder mijn topje mijn borsten betastte. Vervolgens deed [verdachte] zijn hand vanaf de zijkant in mijn broek en wreef over mijn vagina. [Verdachte] vroeg aan [slachtoffer 2] of zij op haar knieën wilde gaan zitten en haalde vervolgens zijn piemel uit zijn broek. [Verdachte] vroeg aan [slachtoffer 2] of zij lief wilde zijn voor papa. [Slachtoffer 2] ging op haar knieën en nam zijn piemel in haar hand en nadat [verdachte] een keer naar [slachtoffer 2] keek nam zij zijn piemel in haar mond. Ik voelde op dat moment dat [verdachte] een vinger in mijn vagina stopte. Dat deed heel erg pijn. Ik begon toen te huilen. Het stopte toen. Het misbruik gebeurde ook aan het kanaal in [plaats A] en in [plaats B]. [Verdachte] had al vaker seksuele handelingen met mij gepleegd na die eerste keer. [Verdachte] had mij gevraagd om een eindje te wandelen. Dit was op een avond. We gingen het bos in. We kwamen uit bij een grasstrook met daar aan grenzend maïsland. De maïs stond al heel hoog. Toen we op die plek waren, vroeg [verdachte] aan mij te gaan liggen. Hij zei dat hij mij lief vond en dat hij wat met mij wilde doen. Hij deed zijn broek los en naar beneden en ook zijn onderbroek. Hij trok mijn rok omhoog. Hij deed vervolgens mijn onderbroek uit. Hij zei tegen mij dat hij nu iets nieuws met mij ging doen. Hij ging vervolgens met zijn vinger in mijn vagina. Ik kreeg tranen in mijn ogen en was heel bang voor hem. Vervolgens zag ik dat hij een stijve piemel had en dat hij die in mijn vagina stopte. Hij zat op zijn knieën tussen mijn benen. Hij wilde dat ik mijn benen omhoog deed. Ik wilde dat niet. [Verdachte] zei tegen mij dat ik mee moest werken. Ik voelde dat hij zijn piemel in mijn vagina deed. Ik voelde veel pijn. Hij deed op dat moment zijn hand op mijn mond zodat ik niet kon schreeuwen. [Verdachte] ging heen en weer in mij en op een bepaald moment zei hij dat hij klaar ging komen. Ik wist niet wat hij bedoelde met klaarkomen. Ik moest mijn topje omhoog doen. Hij ging toen uit mijn vagina en ging met zijn hand op en neer tot er wit spul uitkwam en dat smeerde hij op mijn borsten. Hij zei tegen mij dat ik er niet over mocht praten en ook niet tegen [slachtoffer 2] mocht zeggen. Deze keer is de keer geweest waar ik wat van op een briefje heb geschreven voor mijn moeder. Dit was in de tijd dat zij bezig waren met verhuizen naar [plaats B]. Na dit voorval gebeurde het regelmatig op verschillende plekken. Bij hem thuis, in de auto, een bus die hij gebruikte voor zijn werk. In die bus hebben [verdachte] en ik vele malen seks gehad. Soms met [slachtoffer 2] erbij maar ook wel alleen. [Verdachte] en zijn gezin zijn verhuisd naar [plaats B]. Ik was een keer bij [slachtoffer 2] op de slaapkamer. [Betrokkene 1] riep naar boven dat zij even boodschappen ging doen. Toen [betrokkene 1] weggereden was, kwam [verdachte] boven. We schrokken daarvan. [Verdachte] vroeg aan [slachtoffer 2] of ze lief wilde zijn voor hem. [Slachtoffer 2] wilde dat wel. [Verdachte] haalde zijn piemel uit zijn broek en [slachtoffer 2] nam zijn piemel in haar mond. [Verdachte] vroeg aan mij of ik dat ook wilde doen. Ik heb toen zijn piemel in mijn mond gedaan. [Verdachte] vroeg toen aan [slachtoffer 2] of zij haar kleding uit wilde doen. Hij vroeg aan mij of ik mijn kleren ook uit wilde doen. Ik heb dat gedaan omdat ik dacht dat het zo hoorde. [Verdachte] heeft mij toen geneukt. Ook heeft hij mij gelikt bij mijn vagina. In totaal heb ik zeker wel tien keer gemeenschap gehad met [verdachte]. Dat was altijd in combinatie met pijpen, voelen en likken. De keren dat [slachtoffer 2] erbij was, was ongeveer de helft van de keren."
b. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2]:
"Ik ben geboren op [geboortedatum] 1986. Ik wens aangifte te doen van seksueel misbruik gepleegd door mijn stiefvader [verdachte]. Toen ik ongeveer 7 jaar oud was, woonde ik samen met mijn moeder en stiefvader aan de [a-straat] in [plaats A]. Ik noemde [verdachte] altijd [...]. Mijn moeder was vaak weg van huis. [Verdachte] kwam naast me staan en ik zag dat hij zijn broek naar beneden deed. [Verdachte] zei dat ik mocht gaan spelen. Volgens mij heeft [verdachte] mijn hand gepakt en deze om zijn lul gedaan. Ik heb hem toen afgetrokken. [Verdachte] ging even later in een stoel zitten. Ik kwam schuin voor hem te staan. [Verdachte] zei dat ik hem in de mond moest nemen. Toen heb ik zijn lul in mijn mond gedaan. Ik had ook mijn hand om zijn lul. Ik had zijn lul in mijn mond en tegelijkertijd heb ik hem afgetrokken. Op een gegeven moment drukte [verdachte] me weg en ik zag dat hij klaar kwam. Hij maakte vaak een opmerking alsof het heel normaal was wat er was gebeurd. Hij zei ook dat ik het niet aan mama mocht vertellen. Het was ons geheim. Ik dacht toen dat wat er gebeurd was, heel normaal was. Ik heb [verdachte] veel vaker moeten pijpen. Meestal gebeurde het als mijn moeder weg was. Ik weet niet precies wanneer we naar [plaats C] zijn verhuisd. We hebben hier nog geen jaar gewoond. In de woning in [plaats C] bleef het seksueel misbruik doorgaan. Ik moest hem aftrekken en pijpen. Wij hebben ongeveer acht jaar in [plaats B] gewoond. De eerste tijd bleven de seksuele handelingen die ik bij [verdachte] verrichtte hetzelfde. Ik was 12 jaar toen ik in groep acht zat. In die tijd raakte [verdachte] mij ook steeds vaker aan en werden de seksuele handelingen anders. Een keer vroeg [verdachte] in de badkamer of ik bij hem onder de douche wilde komen. Dat heb ik gedaan. Toen ik bij hem stond raakte hij met zijn handen mijn borsten en vagina aan. Onder de douche begon hij mij voor het eerst te strelen. Dit heeft hij later steeds verder opgebouwd. Hij streelde mijn borsten, hij streelde mijn vagina. Later vingerde hij mij. Hiermee bedoel ik dat hij zijn vinger in mijn vagina deed. Ik vond dat niet fijn en bewoog mijn lichaam dan naar achteren. Ik heb tegen [verdachte] gezegd dat ik het niet fijn vond. Ik was bang voor [verdachte]. Tegelijkertijd pakte [verdachte] mijn hand en legde deze om zijn lul. Ik moest hem dan aftrekken. Dit gebeurde op verschillende plekken zoals onder douche, in bed, in de woonkamer, in de auto, in het bos. Ik werkte [verdachte] nooit tegen want ik was bang voor [verdachte]. Ik kende [slachtoffer 1] nog van de [a-straat] te [plaats A]. Zij was mijn vriendinnetje. Zij woonde ook in [plaats A]. [Verdachte] kende [betrokkene 4], de vader van [slachtoffer 1]. Nadat wij verhuisd waren naar [plaats B] kwamen wij, de families, bij elkaar over de vloer. Het is een paar keer gebeurd dat [verdachte], [slachtoffer 1] uit [plaats A] ophaalde en bij mij kwam spelen. [Verdachte] bracht haar nadien dan ook terug naar [plaats A]. Een keer dat [slachtoffer 1] bij ons was, gebeurde het volgende. Ik was toen ongeveer 11 en een halfjaar. Mijn moeder was die dag de hele dag weg. Ik was met [slachtoffer 1] boven aan het spelen in mijn slaapkamer. Op een gegeven moment kwam [verdachte] bij ons boven. Hij gaf ons de opdracht dat wij ons moesten uitkleden. Ik heb mijn broek en onderbroek uitgedaan en [slachtoffer 1] trok al haar kleding uit behalve haar bh. Op een gegeven moment zei [verdachte] dat we naar de slaapkamer van hem gingen omdat we daar dan eens wat anders zouden uitproberen. Ik zag dat [verdachte], [slachtoffer 1] bij de pols pakte. [Slachtoffer 1] greep mij vast alsof ze bang was en wilde dat ik met haar mee ging. We liepen zo naar de slaapkamer van [verdachte]. [Slachtoffer 1] en ik moesten van [verdachte] op bed zitten. [Verdachte] streelde en betastte ons beiden bij onze borsten, benen en vagina. Ik zag dat [verdachte] steeds meer interesse had voor [slachtoffer 1]. Hij wilde meer van [slachtoffer 1]. [verdachte] vroeg aan [slachtoffer 1] of zij seks met hem wilde. [Slachtoffer 1] wilde dit eerst niet. [verdachte] bleef doorzeuren en drammen en [slachtoffer 1] gaf uiteindelijk toe.Ik was wel bezorgd om [slachtoffer 1] want ik kon aan haar zien dat zij het niet naar haar zin had. Ik moest van [verdachte] in zijn slaapkamer blijven staan kijken, ook moest ik op de uitkijk staan. Ik zag dat [verdachte] op zijn knieën op bed zat en ik zag dat hij [slachtoffer 1] vingerde en befte. Met beffen bedoel ik dat [verdachte] met zijn tong langs de vagina van [slachtoffer 1] likte. [Verdachte] had zijn broek onder zijn kont hangen. [Slachtoffer 1] lag op haar rug in het verlengde van [verdachte]. Ik zag dat [verdachte] zijn broek uit deed en hierna zag ik dat [verdachte] zijn stijve lul in de vagina van [slachtoffer 1] deed. Ik zag wel aan de uitdrukking op [slachtoffer 1]'s gezicht dat ze het niet leuk vond. Ik hoorde [slachtoffer 1], "au" zeggen en ze zei dit steeds luider. Ook zag ik dat [slachtoffer 1] probeerde onder [verdachte] uit te komen door naar achteren te schuiven. Ze zei ook dat het pijn deed. [Verdachte] zei dat dit eventjes duurde en dat het zo voorbij was. Ik zag dat [verdachte] bleef doorgaan, dus in [slachtoffer 1] bleef en heen en weer bewoog. [Slachtoffer 1] kwam doordat ze naar achteren schoof met haar hoofd tegen een kastje aan en kon niet verder wegkomen. Ik zag dat [verdachte] zijn penis uit de vagina van [slachtoffer 1] haalde en klaar kwam op de buik van [slachtoffer 1].
Er zijn vaker voorvallen gebeurd waar [slachtoffer 1] bij was. Ik kan mij hier stukjes van herinneren welke ik door elkaar haal. Tussen mijn elfde en twaalfde levensjaar bleef het aftrekken en pijpen steeds doorgaan. [Verdachte] vroeg mij of ik er klaar voor was of ik met hem wilde neuken. [Verdachte] heeft mij dit een aantal keren gevraagd. Ik heb vaak geantwoord dat ik dacht dat het pijn zou gaan doen en dat ik het niet wilde. [Verdachte] bleef doorzeuren. Uiteindelijk gebeurde het toch. Het is gebeurd op de slaapkamer van mijn stiefvader en moeder, op bed. Mijn moeder was niet thuis. Het begon eerst met de handelingen die hierboven omschreven staan, dus pijpen en aftrekken. Hierna begon [verdachte] mij te beffen. Dit had [verdachte] nog nooit eerder bij mij gedaan. Ik vond het vies. [Verdachte] kwam steeds dichter bij mij en vervolgens bracht hij zijn penis in mijn vagina. Ik lag op dat moment op de rug en [verdachte] lag bovenop mij. Ik voelde pijn en dit heb ik [verdachte] ook gezegd. Hij zei dat ik even mijn tanden op elkaar moest doen en dat het zo over was. Ik schoof mijn lichaam naar achteren totdat ik met mijn hoofd tussen de kastjes en het bed kwam. Ik kon geen kant meer op. Het duurde in mijn beleving, lang. Het bleef pijn doen. [Verdachte] kwam klaar op mijn buik. [Verdachte] heeft hierna vaak met mij geneukt. We hebben dit op verschillende plekken gedaan waaronder onder de douche, in bed, in de auto, in de woonkamer. Ik denk dat [verdachte] mij gemiddeld zo'n twee keer in de maand seksueel misbruikte. Dit is een grove schatting over de tien jaar waarin seksueel misbruik heeft plaatsgevonden. [Verdachte] kwam soms in mijn vagina klaar en soms buiten mijn vagina klaar als hij mij neukte. Als ik hem moest pijpen kwam hij soms in mijn mond klaar. Toen ik 14 of 15 jaar was heb ik een andere vriendin, [betrokkene 2], meerdere dingen verteld over het seksuele misbruik door [verdachte]. Ik heb haar alles verteld. In november 2002 zijn wij verhuisd naar Duitsland te [plaats D]. Het seksueel misbruik is gewoon doorgegaan. De handelingen die hierboven staan omschreven bleven zich herhalen. Het is in deze woning op verschillende plekken gebeurd namelijk in mijn slaapkamer, in de woonkamer, in zijn slaapkamer, in de badkamer en bad en naast het bad, in de partykelder. Toen we in maart 2003 op bovengenoemd adres kwamen wonen leerde ik de buurjongen, mijn huidige man, [betrokkene 3] kennen. Op 1 mei 2003 is de relatie met [betrokkene 3] begonnen. De laatste keer dat [verdachte] mij seksueel heeft misbruikt was in de woning in de partykelder. We zijn toen in de partykelder gaan zitten aan de ronde tafel. We hebben wat gedronken samen. Hierna vroeg hij of ik geil was. Hierna deed hij zijn broek open en haalde zijn penis te voorschijn. Hij vroeg mij of ik hem wilde verwennen. Hij wilde dat ik hem aftrok en hem ging pijpen. Eerst zat ik op de stoel naast hem en later ben ik op mijn hurken naast hem gaan zitten. Hierna zei [verdachte] dat hij wilde dat ik boven op hem ging zitten. Ik heb toen mijn broek en onderbroek uit gedaan en ben bovenop hem gaan zitten. Hij stopte zijn penis bij mij in mijn vagina. Terwijl hij in mij zat, stond hij op een gegeven moment op. Ik ging in zijn beweging mee. Hij veegde de spullen die op de ronde tafel lagen weg en legde mij op mijn rug op de tafel. Hierna neukte hij mij tot dat hij klaar kwam op mijn buik. In juli 2003 heb ik [betrokkene 3] verteld dat [verdachte] mij seksueel misbruikte."
2.3. Blijkens de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen heeft het Hof vastgesteld:
- dat de verdachte de stiefvader was van [slachtoffer 2];
- dat de verdachte een goede vriend was van de ouders van [slachtoffer 1];
- dat [slachtoffer 1] de vriendin was van [slachtoffer 2];
- dat [slachtoffer 1] aan de verdachte aanvankelijk te kennen heeft gegeven zijn seksuele aanrakingen niet leuk te vinden en dat dit niet mocht;
- dat de seksuele handelingen bij [slachtoffer 1] zijn begonnen toen zij ongeveer 12 jaar oud was;
- dat [slachtoffer 1] nu en dan tijdens de bewezenverklaarde gedragingen tranen in haar ogen kreeg, dan wel huilde en heel bang was voor de verdachte;
- dat de verdachte bij het verrichten van de bewezenverklaarde gedragingen tegen [slachtoffer 1] heeft gezegd dat ze mee moest werken;
- dat de verdachte op enig moment bleef doorzeuren tot [slachtoffer 1] toegaf;
- dat de verdachte op enig moment tijdens de bewezenverklaarde gedragingen zijn hand op [slachtoffer 1]'s mond heeft gedaan zodat zij niet kon schreeuwen en tegen haar zei dat ze er niet over mocht praten;
- dat [slachtoffer 1] tijdens de bewezenverklaarde gedragingen wel eens geprobeerd heeft zich hieraan te onttrekken, maar dat zij niet kon wegkomen;
- dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op enig moment tijdens de bewezenverklaarde gedragingen opdracht gaf om zich uit te kleden en [slachtoffer 1] bij de pols pakte;
- dat de seksuele handelingen bij [slachtoffer 2] zijn begonnen toen zij ongeveer 7 jaar oud was;
- dat [slachtoffer 2] meerdere keren tegen de verdachte heeft gezegd dat ze geen seks wilde, doch dat de verdachte de eerste keer dat hij gemeenschap wilde hebben met haar, bleef zeuren
totdat zij toegaf;
- dat [slachtoffer 2] bang was voor de verdachte, de verdachte haar van jongs af aan had verteld dat meerbedoelde seksuele handelingen heel normaal waren en ze het niet aan haar moeder mocht vertellen;
- dat [slachtoffer 2] tijdens de bewezenverklaarde gedragingen wel geprobeerd heeft zich hieraan te onttrekken, maar dat zij op een gegeven moment geen kant meer op kon.
2.4. Het Hof heeft op grond van die vaststellingen kennelijk en niet onbegrijpelijk geoordeeld dat de verdachte zijn geestelijke en lichamelijke overwicht heeft aangewend om de bewezenverklaarde handelingen tegen de zin van de nog jonge slachtoffers te verrichten, en aldus een - voor de slachtoffers bedreigende - situatie heeft gecreëerd, waardoor zij aan de wensen van de verdachte geen weerstand konden bieden en zich gedwongen voelden daaraan te voldoen. Gelet daarop is het oordeel van het Hof toereikend gemotiveerd.
2.5. Het middel is tevergeefs voorgesteld.
3. Beoordeling van het tweede middel
3.1. Het middel behelst de klacht dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
3.2. Het middel is gegrond. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van zes jaren.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze vijf jaren en acht maanden beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos en M.A. Loth, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 13 oktober 2009.