BNB 2019/135
Economische verwevenheid; verwevenheid in financieel, organisatorisch en economisch opzicht in onderlinge samenhang bezien. Niet-verwaarloosbare economische betrekkingen
HR 05-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1118, m.nt. D.B. Bijl
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juli 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
18/01450
17/03702
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
D.B. Bijl
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS72235:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1118, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1436, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1475, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑12‑2018
- Wetingang
Art. 7 lid 4 Wet OB 1968
Essentie
Economische verwevenheid; verwevenheid in financieel, organisatorisch en economisch opzicht in onderlinge samenhang bezien. Niet-verwaarloosbare economische betrekkingen
Samenvatting
Belanghebbende, een stichting, verzorgt basisonderwijs. Daarnaast verricht zij tegen vergoeding met het onderwijs samenhangende activiteiten. Zij is ondernemer in de zin van de omzetbelasting. Belanghebbende heeft een dochtervennootschap opgericht. Deze heeft onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel in dienst dat zij tegen vergoeding ter beschikking stelt aan belanghebbende en aan onderwijsinstellingen die bij hetzelfde samenwerkingsverband van scholen als belanghebbende zijn aangesloten. Belanghebbende hield 70% van de aandelen in de vennootschap. De overige aandelen werden gehouden door andere bij het samenwerkingsverband aangesloten onderwijsinstellingen. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.