NJF 2016/149
Onrechtmatige overheidsdaad. Verjaring. Procesrecht. Stel- en verweerplicht.
Rb. Den Haag 27-01-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:702
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
27 januari 2016
- Magistraten
Mrs. L. Alwin, M.J. Alt-van Endt, D.R. Glass
- Zaaknummer
C/09/483033 / HA ZA 15-201
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2018:8525, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 18‑07‑2018
ECLI:NL:RBDHA:2017:4448, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 08‑03‑2017
ECLI:NL:RBDHA:2016:8642, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 27‑07‑2016
ECLI:NL:RBDHA:2016:702, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 27‑01‑2016
- Wetingang
Art. 3:306, 3:310, 6:162 lid 2 BW; art. 22, 111 lid 3 Rv; art. 1401, 1403 BW (oud)
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Verjaring. Procesrecht. Stel- en verweerplicht.
Samenvatting
Eiser stelt in 1947 in het kader van de politionele acties in voormalig Nederlands-Indië te zijn mishandeld door Nederlandse militairen. De rechtbank verwijst naar haar andere uitspraken inzake misdragingen van Nederlandse militairen. Ook in de onderhavige zaak oordeelt de rechtbank dat de vordering niet is verjaard. Omdat de stellingen van eiser voldoende concreet zijn wordt de Staat opgedragen op voet van art. 22 Rv de betwisting van de stellingen van eiser nader toe te lichten en — zo mogelijk — met bewijsmiddelen te onderbouwen.
Partij(en)
Vonnis in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.