Einde inhoudsopgave
Aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb)
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2009
- Bronpublicatie:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Inwerkingtreding
05-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
- A.
In artikel 125, eerste en vierde lid, wordt ‘toepassing van bestuursdwang’ telkens vervangen door: oplegging van een last onder bestuursdwang.
- B.
Artikel 125, tweede en derde lid, komen te luiden:
2
De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.
3
De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door de burgemeester, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.
- C.
In artikel 135, eerste lid, wordt ‘bestuursdwang toepassen’ vervangen door: een last onder bestuursdwang opleggen.
- D.
Artikel 154, vierde en vijfde lid, vervallen.
- E.
Artikel 154b wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het vijfde en het achtste lid vervallen.
- 2.
Het zesde, het zevende en het negende lid worden vernummerd tot vijfde, zesde en zevende lid.
- 3.
In het vijfde lid (nieuw) wordt de zinsnede ‘de ondergeschikten, bedoeld in het vijfde lid’ vervangen door: de ondergeschikten, bedoeld in artikel 154c, tweede lid.
- F.
De artikelen 154c tot en met 154f komen te luiden:
Artikel 154c
1
Zo mogelijk maakt het bestuursorgaan of de ondergeschikte, bedoeld in het tweede lid, terstond na constatering van de overtreding daarvan een rapport op en reikt een afschrift van dat rapport uit aan de overtreder.
2
Tot het opmaken van een rapport kan slechts worden gemachtigd een ondergeschikte van het bestuursorgaan, die tevens buitengewoon opsporingsambtenaar is. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere eisen gesteld worden aan de ondergeschikte.
3
Onverminderd artikel 5.4.2.1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, vermeldt het rapport het bestuursorgaan dat de bestuurlijke boete zal opleggen.
Artikel 154d
Artikel 5.4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 154b, eerste lid.
Artikel 154e
De beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete wordt gezonden naar het adres dat de overtreder heeft opgegeven. Indien de beschikking onbestelbaar blijkt te zijn, wordt deze gezonden naar het in de basisregistratie laatst vermelde adres, tenzij dit hetzelfde is als het opgegeven adres. Indien de beschikking op het in de basisadministratie persoonsgegevens vermelde adres onbestelbaar blijkt te zijn, wordt de beschikking geacht aan de overtreder bekend te zijn.
Artikel 154f
In afwijking van artikel 5.4.1.6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete drie jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.
- G.
De artikelen 154g tot en met 154j vervallen.
- H.
In artikel 154k, eerste lid, wordt de zinsnede ‘een op grond van artikel 154c opgelegde beschikking’ vervangen door: een beschikking tot oplegging van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 154b, eerste lid,.
- I.
Aan het zesde lid van artikel 174a wordt een zin toegevoegd, luidende: De burgemeester kan van de overtreder de ingevolge artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht verschuldigde kosten invorderen bij dwangbevel.
- J.
Artikel 249, tweede volzin, komt te luiden: Bij de invordering van gemeentelijke belastingen die op andere wijze worden geheven, blijft bovendien artikel 8, eerste lid, van die wet buiten toepassing.