JWB 2016/142
Insolventierecht
HR 08-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:611
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 april 2016
- Zaaknummer
15/05603
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Insolventierecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:611, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:203, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2016
- Wetingang
Art. 80a RO
Essentie
Insolventierecht
Samenvatting
Casus
Ten aanzien van verzoekster is bij vonnis van de rechtbank de wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard en bij later vonnis heeft diezelfde rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling op verzoek van de bewindvoerder tussentijds beëindigd. Het hof heeft dat bekrachtigd.
Rechtsvraag
Heeft het hof nagelaten ambtshalve te onderzoeken of het oordeel dat de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd moet worden schending oplevert van de artikelen 3, 5 lid 1, 6 en 8 EVRM?
Beslissing
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.