NJ 2010/570
Destijds voor handel op AEX-optiebeurs geldende reglementen recht in zin van art. 79 RO? Uitlegmaatstaf; onbegrijpelijk oordeel.
HR 22-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN5665
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/00359
- Conclusie
A-G Huydecoper:
- LJN
BN5665
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN5665, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN5665, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑08‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑01‑2009
- Wetingang
BW art. 6:162; Wet ROart. 79; Wte 1995art. 22, 24, 27
Essentie
Destijds voor handel op AEX-optiebeurs geldende reglementen recht in zin van art. 79 RO? Uitlegmaatstaf; onbegrijpelijk oordeel.
Het ten tijde van de onderhavige transactie van toepassing zijnde Algemeen Reglement AEX en de ‘Listing and Trading rules for Screentrading (AEX Optiebeurs)’ (hierna: tradingrules) kunnen gelet op de in de rechtspraak van de Hoge Raad ontwikkelde criteria, niet als recht in de zin van art. 79 RO worden aangemerkt. De uitleg van de tradingsrules — omtrent welke bepalingen niet in geschil is dat deze eenzijdig door Euronext zijn vastgesteld — is met name afhankelijk van objectieve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.