NJB 2011, 239
HR, 21-01-2011, nr. 09/04696: Achmea/ABN AMRO
HR 21-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO5203 (Achmea/ABN AMRO)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 januari 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en C.E. Drion;
- Zaaknummer
09/04696
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BO5203
- Roepnaam
Achmea/ABN AMRO
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO5203, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO5203, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑10‑2009
- Wetingang
Wet RO art. 79 lid 1 sub a; BW art. 3:229 en 6:248
Essentie
Een tegen brand verzekerde woning brandt af, waarna uitkering wordt geclaimd van de herbouwwaarde. De verzekeraar voert op grond van de polisvoorwaarden het verweer dat geen recht op uitkering van de herbouwwaarde bestaat, omdat de woning niet is herbouwd. Het hof overweegt dat het verweer ‘in rechte geen gehoor vindt’. HR:
Motivering. Indien het hof mocht hebben bedoeld dat de verzekeringnemer ernstig is benadeeld doordat de verzekeraar zonder redelijke grond heeft geweigerd toereikende voorschotten te verstrekken, als gevolg waarvan met tijdige herbouw niet daadwerkelijk een aanvang kon worden gemaakt, had het zulks in de motivering tot uitdrukking moeten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.