NJB 2021/1990
Wederrechtelijk verkregen voordeel, art. 36e Sr: daaronder kan ook worden begrepen daadwerkelijk genoten voordeel in het geval dat het strafbare feit op zichzelf geen rechtstreeks voordeel oplevert, maar kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren. In casu ging het om het werken met valse facturen en contante betalingen om te verbloemen dat personeel ‘zwart’ werd ingehuurd. Het hof kon oordelen dat sprake is van wederrechtelijk verkregen voordeel. Daaraan doet niet af dat met het enkele opnemen van valse facturen in de bedrijfsadministratie van de vennootschap geen voordeel door de vennootschap is verkregen. De schatting van het hof heeft immers betrekking op het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij in de vaststellingen van het hof besloten ligt dat als gevolg van het opnemen van de valse facturen in de bedrijfsadministratie van de vennootschap het voor de betrokkene mogelijk was om contante geldbedragen te onttrekken aan de vennootschap, waarbij de na betalingen aan onderaannemers resterende gelden aan de betrokkene ten goede zijn gekomen. Daarin ligt tevens als niet onbegrijpelijk oordeel van het hof besloten dat het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel niet bestaat uit de door de vennootschap ontdoken werkgeversverplichtingen, maar uit de hiervoor genoemde aan de vennootschap onttrokken gelden die aan de betrokkene ten goede zijn gekomen. A-G: anders.
HR 22-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:948
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/04811 P
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:948, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:286, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2021
- Wetingang
(art. 36e Sr)
Essentie
Wederrechtelijk verkregen voordeel, art. 36e Sr: daaronder kan ook worden begrepen daadwerkelijk genoten voordeel in het geval dat het strafbare feit op zichzelf geen rechtstreeks voordeel oplevert, maar kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren. In casu ging het om het werken met valse facturen en contante betalingen om te verbloemen dat personeel ‘zwart’ werd ingehuurd. Het hof kon oordelen dat sprake is van wederrechtelijk verkregen voordeel. Daaraan doet niet af dat met het enkele opnemen van valse facturen in de bedrijfsadministratie van de vennootschap geen voordeel door de vennootschap is verkregen. De schatting van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.