NJB 2019/862
Beroep in cassatie door voor overlevering opgeëiste persoon: ingevolge art. 29 lid 2 Overleveringswet staat tegen de bestreden uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open, zodat de opgeëiste persoon niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn cassatieberoep
HR 09-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:513
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 april 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/03812
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:513, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑04‑2019
- Wetingang
(art. 29 Overleveringswet)
Essentie
Beroep in cassatie door voor overlevering opgeëiste persoon: ingevolge art. 29 lid 2 Overleveringswet staat tegen de bestreden uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open, zodat de opgeëiste persoon niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn cassatieberoep
Uitspraak
Inleiding:
Overleveringszaak. De opgeëiste persoon heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.
Juridisch kader:
Art. 29 Overleveringswet houdt, voor zover hier van belang, in: ‘1. (…) 2. Tegen de uitspraak van de rechtbank staat geen rechtsmiddel open, anders dan beroep in cassatie in het belang der wet, bedoeld in artikel 456 van het Wetboek van Strafvordering.’ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.