Einde inhoudsopgave
Wet bescherming Antarctica
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2019
- Bronpublicatie:
20-02-2019, Stb. 2019, 118 (uitgifte: 20-03-2019, kamerstukken: 34935)
- Inwerkingtreding
01-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-04-2019, Stb. 2019, 169 (uitgifte: 01-05-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het is verboden in het Antarctisch gebied:
- a.
zich van gevaarlijke afvalstoffen of van andere afvalstoffen die vast en niet-brandbaar zijn, te ontdoen;
- b.
zich van andere afvalstoffen dan bedoeld onder a, die brandbaar zijn en waarvan de houder zich niet buiten het Antarctisch gebied kan ontdoen, te ontdoen, anders dan door verbranding in een emissie-arme verbrandingsoven;
- c.
zich van andere afvalstoffen dan bedoeld onder a en b te ontdoen door deze:
- 1°
in zoetwatersystemen te brengen, of
- 2°
in een gebied dat in de Antarctische zomer ijsvrij is, op of in de bodem te brengen;
- d.
kernontploffingen te laten plaatsvinden of zich te ontdoen van radioactieve afvalstoffen;
- e.
historische plaatsen of monumenten te beschadigen of te verwijderen;
- f.
levende organismen, met uitzondering van gecultiveerde planten en hun voortplantingscellen voor gecontroleerd gebruik, exemplaren van levende organismen voor gecontroleerd experimenteel gebruik en planten bestemd als voedsel, binnen te brengen;
- g.
dode dieren of delen daarvan, die niet bestemd zijn als voedsel, binnen te brengen;
- h.
in afwijking van het bepaalde in onderdeel f, vogels en honden binnen te brengen;
- i.
opzettelijk niet-steriele aarde binnen te brengen;
- j.
minerale rijkdommen te exploreren of te exploiteren.
2.
Het is tevens verboden in of vanuit het Antarctisch gebied:
- a.
onderzoek te doen naar de aanwezigheid van minerale rijkdommen;
- b.
levende rijkdommen aan hun populatie te onttrekken dan wel schadelijk op te treden tegen levende rijkdommen;
- c.
dode exemplaren van levende rijkdommen, dan wel resten daarvan, buiten het Antarctisch gebied te brengen;
- d.
gecultiveerde planten en hun voortplantingscellen voor gecontroleerd gebruik en exemplaren van levende organismen voor gecontroleerd experimenteel gebruik binnen te brengen;
- e.
planten en dode dieren bestemd als voedsel, binnen te brengen;
- f.
bestrijdingsmiddelen, polychloorbyfenylen, chips, polystyrene bolletjes of daarmee naar zijn aard vergelijkbaar verpakkingsmateriaal binnen te brengen;
- g.
speciaal beschermd Antarctisch gebied te betreden, anders dan door een internationale waarnemer voor een inspectie als bedoeld in artikel VII van het Verdrag en artikel 14 van het Protocol;
- h.
zich van afvalwater dat landinwaarts is ontstaan, te ontdoen door dit op of in ijs of sneeuw te brengen;
- i.
afvalwater in zee te brengen.
3.
De in het tweede lid, onder a tot en met i, bedoelde verboden gelden niet indien een activiteit vanuit een ander land dat partij is bij het Protocol wordt georganiseerd en de door dat land bij vergunning dan wel anderszins gegeven toestemming voor het uitvoeren van de activiteit uitdrukkelijk de toestemming tot het verrichten van de betrokken handeling omvat.