20.3.3 De partijen bij een overeenkomst tot het verrichten van transacties voor gemeenschappelijke rekening als belastingplichtigen

Partijen bij overeenkomsten tot verrichten van transacties voor gemeenschappelijke rekening kunnen zowel belastingplichtigen als niet-belastingplichtigen zijn. De belastingplicht voor ieder van de participanten zal op basis van de normale criteria van art. 9 lid 1 Btw-richtlijn (ex art. 4 lid 1 Zesde richtlijn, vgl. art.7 lid 1 wet OB) worden beoordeeld. De niet-belastingplichtige participant kan niet louter uit hoofde van de overeenkomst tot verrichten van transacties voor gemeenschappelijke rekening met de penvoerder een belastingplichtige worden, indien de handelingen tussen penvoeder en participant onbelastbare handelingen zijn (zie paragraaf 20.4.3). De handelende penvoerder kan onder omstandigheden belastingplichtige worden voor handelingen die hij jegens derden verricht.

Indien alle participanten bij overeenkomst tot verrichten van transacties voor gemeenschappelijke rekening niet-belastingplichtigen zijn, dan is heffing van btw in geen geval aan de orde. In het navolgende wordt dan ook uitgegaan van overeenkomsten tot verrichten van transacties voor gemeenschappelijke rekening tussen partijen die belastingplichtigen zijn.