Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/593 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen
Artikel 3 Deponeren van geldmiddelen van cliënten
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2017
- Bronpublicatie:
07-04-2016, PbEU 2017, L 87 (uitgifte: 31-03-2017, regelingnummer: 2017/593)
- Inwerkingtreding
20-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-2016, PbEU 2017, L 87 (uitgifte: 31-03-2017, regelingnummer: 2017/593)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten staan beleggingsondernemingen toe financiële instrumenten die zij namens hun cliënten aanhouden, te deponeren op een rekening of rekeningen bij een derde, mits de ondernemingen de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid en waakzaamheid aan de dag leggen bij de selectie, de aanwijzing en de periodieke beoordeling van de derde en van de regelingen voor het aanhouden en vrijwaren van de betrokken financiële instrumenten.
Met name verplichten de lidstaten beleggingsondernemingen rekening te houden met de deskundigheid en marktreputatie van de betrokken derde, alsook met wettelijke voorschriften voor het aanhouden van deze financiële instrumenten die de rechten van cliënten nadelig kunnen beïnvloeden.
2.
Wanneer een beleggingsonderneming voornemens is financiële instrumenten van cliënten bij een derde te deponeren, zorgen de lidstaten ervoor dat deze beleggingsonderneming de financiële instrumenten alleen deponeert bij een derde in een rechtsgebied waar de vrijwaring van financiële instrumenten voor rekening van een andere persoon is onderworpen aan specifieke regelgeving en supervisie en de derde aan deze specifieke regelgeving en supervisie is onderworpen.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat beleggingsondernemingen financiële instrumenten die zij namens cliënten aanhouden, niet deponeren bij een derde in een derde land dat het aanhouden en vrijwaren van financiële instrumenten voor rekening van een andere persoon niet reglementeert, tenzij aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a)
de aard van de financiële instrumenten of van de beleggingsdiensten in verband met die instrumenten vereist dat ze worden gedeponeerd bij een derde in dat derde land;
- b)
wanneer de financiële instrumenten namens een zakelijke cliënt worden aangehouden, verzoekt die cliënt de onderneming schriftelijk om ze bij een derde in dat derde land te deponeren.
4.
De lidstaten zorgen ervoor dat de voorschriften van de leden 2 en 3 ook van toepassing zijn wanneer de derde functies met betrekking tot het aanhouden en vrijwaren van financiële instrumenten heeft gedelegeerd aan een andere derde.